XIII Twee-spraeck, tusschen Kniertje Knelis
En Lijsbet Leffers
I: 81-82
Boertig lied in dialoogvorm, waarin een oudere vrouw zich erover beklaagt dat zij op een familiefeestje bij het dansen is genegeerd door een jonkman die als kind, naar zij zich herinnert, door haar toch zo vriendelijk is verzorgd.
Beginregel: Hou sick hou, goen dach in 't huys:
Vindplaatsen: Geestigh Liedt-Boecxken 1621: 42-45; Groot Lied-boeck 1622: 17-18; Liedt-boeck 1644: 6; Liedt-boeck 1677: 6-7; Kalff 1890: 239-240; Knuttel 1929: 138-139; Van Rijnbach 1944: 50-51.
Versvorm: wisselend ritme van vier of drie heffingen, soms trocheïsch, soms jambisch.
Rijmschema: a a b b (c) c b c.
Melodie: Matter 1979, blz. 44.
Varianten |
|
|
Groot Lied-boeck 1622 |
Geestigh LB 1621 |
Liedt-boeck 1644 |
9 eschiet |
egeschiet |
'eschiet |
- Lijsbet Leffers: Lijsbets vader heette dus Leffert. Maar er bestond destijds een ww. leffen dat babbelen, snappen betekende (WNT VIII, eerste stuk, kolom