VII Een oudt Bestevaertje, met een iong Meysjen
I: 63-64
Boertig lied in dialoogvorm, het aanzoek bevattende van een rijke grijsaard aan een knap jong meisje, en haar spottende afwijzing omdat zij al een passende vrijer heeft. Het lied is een pendant van het volgende. Lied XXXVII van het Antwerps Liedboek behandelt hetzelfde thema en heeft ook een zelfde soort refreinregel.
Beginregel: O Jannetje mijn soete beck!
Vindplaatsen: Geestigh Liedt-Boecxken 1621: 83-87; Groot Lied-boeck 1622: 10-11, met illustratie; Liedt-boeck 1644: 12; Liedt-boeck 1677: 13-14; Kalff 1890: 229-230; Knuttel 1929: 126-127; Van Rijnbach 1944: 41-43.
Omvang: 56 verzen, zeven strofen van 8 regels met een steeds gelijke refreinregel.
Versvorm: jambisch metrum, met in de oneven regels vier, in de even regels drie heffingen.
Rijmschema: a b a b c d c d, dus geheel staand; vanwege de refreinregel zijn alle rijmklanken d gelijk, maar het rijmwoord in vs. 6 van elke strofe is telkens anders.
Melodie: Matter 1979, blz. 38, 58-60.
Varianten |
|
|
Groot Lied-boeck 1622 |
Geestigh LB. 1621 |
Liedt-boeck 1644 |
3 jy |
gy |
ghy |
8 jy |
ghy (ook vs. 16 en 24) |
ghy (idem) |
26 jy |
jy |
ghy |
32 jy |
ghy |
jy |
36 zijn |
syn |
sen |
41 laes (drukfout) |
laet |
laet |
48 jy |
jy |
ghy |
5 Al 't gelt dat ghy hier leggen siet: Seksuele omgang tussen personen van zeer ongelijke leeftijd, al dan niet door een huwelijk gelegaliseerd, heeft van oudsher aanleiding gegeven tot spot, en is een bekend motief geweest in kluchten, blijspelen en ongezouten boertige liederen. In dit lied van Bredero komt nog de tegenstelling tussen betaalde en spontane liefde erbij. Evenzo in een lied uit Den Nieuwen Lust-Hof, 1602.
8 Dat jy soeckt soeck ick mee: Wat jij zoekt, dat zoek ik ook. De aardigheid zit natuurlijk hierin, dat de woorden van het meisje schijnbaar duiden op instemming met de grijsaard, terwijl ze in feite juist het tegendeel tot uiting brengen.
9 Van landen, zanden, gelt en goed: De uitdrukkingen land en zand hebben, en ook land noch zand hebben komen al in het Middelnederlands voor en hebben dan de algemene betekenis van heel rijk, resp. heel arm te zijn. Wil men Bredero niet van een pleonasme verdenken, dan moet men aan landen,