Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 596]
| |
CLXXXIX Aendachtigh Liedt
Stemme: 't Windeken daer het bosch, &c.
T'sonnetje steeckt zijn hoofjen op,
En beslaet der Bergen top,Ga naar voetnoot2
Met zijn lichjes,
Wat gesichjes,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Wat verschietjes verd en flauwGa naar voetnoot5
Dommelter tusschen 't grau en blauw.Ga naar voetnoot6
't Vochtige Beeckje blinckt verciert,Ga naar voetnoot7
't Vrolijck Vinckje tiereliert,
Op de tackjes,
10[regelnummer]
Wilt en mackjes,
En weer strackjes op een aerGa naar voetnoot11
Huppeltet met zijn weder-paer.Ga naar voetnoot12
d'Hemelen werden meer begroetGa naar voetnoot13
Van de Diertjes kleyn en soet,
15[regelnummer]
Als van Menschen,
Die maer wenschen
Nae het aerts vergancklijck goet,Ga naar voetnoot17
Datmen hier doch al laten moet.Ga naar voetnoot18
Hemeltjes wijs en wel geleert,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Meer met reden gestoffeert,Ga naar voetnoot20
Als de lieden
| |
[pagina 597]
| |
Die 't gebiedenGa naar voetnoot22
Van een werelt noch verdriet,
Sy hebben u vernoegen niet.
25[regelnummer]
't Herdertje met zijn wolligh Vee,
Schrolt op't volckje vande Stee,Ga naar voetnoot26
Daer zijn knaapjes,Ga naar voetnoot27
Van zijn schaapjes
In zijn slaapjes sacht en stil,
30[regelnummer]
Willigh voldoen haers Heeren wil.Ga naar voetnoot30
Menschjes God geeft ellick zijn deel,
Maer elck doet zijn best, om veel
Te vergaren,
Dan 't bewarenGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Voor de Jaren, is een kunst,Ga naar voetnoot35
Danckt de Goden voor haer gunst.
Geen dingetjes so slecht, so teer,Ga naar voetnoot37
Of sy geven ons een leer,
Wilt maer mercken,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Op de wercken
Vande Goden wonderbaer,Ga naar voetnoot41
Niet en vindy sonder haer.Ga naar voetnoot42
O redelijcke Beesjes dwaes!Ga naar voetnoot43
't Onvernuftigh Vee, helaes,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Is veel nyver,
En veel styverGa naar voetnoot46
In den yver tot Gods lof,
Als den Mensch van 't beste stof.
|
|