Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 527]
| |
CLXV Aendachtigh Liedt
Stem: Mijn ziel maeckt groot den Heer
Die God in zijn gemoedGa naar voetnoot1
Houd voor het hooghste goed,
Die sal niet anders wenschen
Als sijnder zielen rust,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
En wel doen met een lustGa naar voetnoot5
Aen alle goede menschen.
Wat is hier meer gequel,
Of aerdscher droever HelGa naar voetnoot8
Als 't knagen vande sonden?
10[regelnummer]
Die als sy zijn begaen,
De ziele eeuwigh slaen
Veel geestelijcke wonden.
Wat is hier meerder vreughd,
Als die heylsame deughdGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Met waerheyd te beleven?
En sich naer een gemoed,Ga naar voetnoot16
Dat niet nae hoogheyd wroet,Ga naar voetnoot17
Vreedsamich te begeven?
Ick trots de grootste mensch!Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Die nae zijn wil en wensch,
In hoogheyd is verheven:
| |
[pagina 528]
| |
Ghy die in 't hartjen hoordGa naar voetnoot22
Gods eygen suyver woord,
Gantsch ongevalscht gedreven.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Niet door verweent verstant,Ga naar voetnoot25
Maer door de Predicant
De Geest des Heeren heyligh,Ga naar voetnoot27
Die treckt noch kiest geen sy,Ga naar voetnoot28
En maeckt de zielen vryGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Van sonden vranck en veyligh.Ga naar voetnoot30
Hoe salich is die manGa naar voetnoot31
Die met God spreken kan
In 't tempeltjen der eeren!Ga naar voetnoot33
In 't Kerckjen gebout
35[regelnummer]
Van silver noch van gout
Maer van den Heer der Heeren!Ga naar voetnoot36
Daer Godt vaeck selver setGa naar voetnoot37
En schrijft syn waerde WetGa naar voetnoot38
Met Goddelijcke vingers:
40[regelnummer]
Daer weetmen van geen twist,
Van vonden noch van list,Ga naar voetnoot41
Van felle bitt're dringers.Ga naar voetnoot42
| |
[pagina 529]
| |
Daer soecktmen staet noch eer,
Maer de heylsame leer
45[regelnummer]
Met kinderlijcke vreesen:
Met waer berou en boet,Ga naar voetnoot46
Meer deughdelijck en goetGa naar voetnoot47
Dan wereld wijs te wesen.Ga naar voetnoot48
Heer! als ghy my aenspreeckt,
50[regelnummer]
En innerlijck bepreecktGa naar voetnoot50
't Geheym van mijn gewissen:Ga naar voetnoot51
Soo opent mijn gesicht,Ga naar voetnoot52
En brenght mijn in het lichtGa naar voetnoot53
Wt duysent duysternissen.
|
|