Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 493]
| |
CLII Een nieu Liedeken
Op de Voyse: Het vryde een Wals Walinneken
En moet met het Lietje vers om vers ghesongen worden,Ga naar voetnoot-
Wie sou hem niet verblijden. Fol. 35. K'en kan u niet bedwinghen
Mijn uytghelaten vreucht
Van blijdtschap moet ick singhen,
En roemen van u deucht,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
O schoon Jonckvrou,
Die ick noch hou
Voor t'puyckjen van de jeucht.Ga naar voetnoot7
Ick leef op hoop en vreesen
En twijfel in mijn sinGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Oft waer sou moghen wesenGa naar voetnoot10
Dat ick hier by u bin,
Tis waer ick siet,Ga naar voetnoot12
Maer loof het nietGa naar voetnoot13
Mijn soete Coningin.
15[regelnummer]
Voor u gheluckigh ooghenGa naar voetnoot15
Ghy zijt de schoone Maeght
Ghy zijter vol medoghenGa naar voetnoot17
Ghy doet dat my mishaechtGa naar voetnoot18
| |
[pagina 494]
| |
U pijne wreet
20[regelnummer]
Jammer en leet
Dat ghy soo t'schijnt beklaecht.Ga naar voetnoot21
Enghelken weest te vreden
Want ick heb dese smert
Verduldelijck gheledenGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
Stilswijghent in mijn hert
Hoe wel t'aenschijn,Ga naar voetnoot26
Door druck en pijn
Somtijdts verandert wert.
Het aenschijn wordt gheleeckenGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Een spieghel vant ghemoet
Siet hier in wordt ghekeeckenGa naar voetnoot31
Watmen inwendich doet
Of hy het lijdt //Ga naar voetnoot33
Of hem verblijdt
35[regelnummer]
Of hy quaet is of goet.Ga naar voetnoot35
Prince
Glory van mijn ghepeynsen
Soo ghyt van herten mient
Hoe kan hem een mensch veynsenGa naar voetnoot38
Voor syn recht waerde vriendtGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Ghy sult van my,Ga naar voetnoot40
Hebben voochdy,Ga naar voetnoot41
Van tgheen ons Godt verlient.Ga naar voetnoot42
|
|