Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 492]
| |
CLI Amoureus-Liedeken
Op de Wijse: Esprits qui Souspirees. Ofte van Susanne
Ay hooch verheven Ziel, en overschoone Vrouwe
Godinne vande Goon, ghebiester van mijn hoop,Ga naar voetnoot2
Waerom vliet ghy van mijn, is dit oprechte trouweGa naar voetnoot3
Soo smelt mijn bradent hert, dat ick met traenen droop.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Mijn Vrou mijn teer gemoet, vermeestert met gepeynsenGa naar voetnoot5
Jaecht my nu nae de deur, van u gheluckich Huys,Ga naar voetnoot6
Ick coom hier raesent heen, ick kan niet langer veynsen,Ga naar voetnoot7
Maer laes de deur is toe, dat is mijn t'meeste cruys.Ga naar voetnoot8
Ach deur, ach wreede deur, is dit dan u vermaeckenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Behaecht u mijn verdriet, en onghemeene smart,
Laet my ten minsten toe, dat ick eens mach ghenaecken,Ga naar voetnoot11
Het straalen van haer ooch, dat mijn ghemoet verwart.
Gheluckich zyt ghy huys, die in u hebt beslooten
Des werelts hooghe roem, en sijn ghecierde pracht,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Al dees ghewenste lust, hebt ghy alleen ghenooten,
Gheluckich sijt ghy wel, maer meerder niet gheacht.Ga naar voetnoot16
|
|