Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 470]
| |
CXLII Amoureus-Liedeken
Op de Stem: Alst begint
De Liefd' die myn begeert beveeltGa naar voetnoot1
End' oorsaec van myn smerten teelt,Ga naar voetnoot2
Ja van myns Ziels genuchten,Ga naar voetnoot3
Ontsteeckt int midden van myn Hert
5[regelnummer]
Een vyer een oorsaeck van myn smert
End' van soo heete suchten.Ga naar voetnoot6
Dat't blint verstant 't welc is in myn,Ga naar voetnoot7
Hoe wel het lijdt een vreemde pijn,Ga naar voetnoot8
Niet merkct zyn eygen lijden,
10[regelnummer]
Want siet het queelt, het sterft daer heen,Ga naar voetnoot10
Het can gantsch geen gheluck betreenGa naar voetnoot11
End' 'tnoemt dit noch verblyden.Ga naar voetnoot12
Helaes! ick voel niet dat de smert
Begint te mind'ren in myn hert,
15[regelnummer]
Als ick by u mach wesen
'k Moet in u teghenwoordicheyt
Noch 'tselfde vreucht, end' 'tselfde leyt
Als in u afsijn vreesen.Ga naar voetnoot18
| |
[pagina 471]
| |
Hoe soud' dit Hert dan van syn quaetGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Ghenesen, d'wijl het selfs de staet,Ga naar voetnoot20
Nau van syn lyen kennet,Ga naar voetnoot21
Ach Lief, ghy wetet maer alleen
Die deur u schoone trotse zeenGa naar voetnoot23
Al myn gedachten mennet.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Want dit Hert dat wel eer was mijnGa naar voetnoot25
Is't nu niet meer, maer gantschlijc dijn
Het heeft van u zijn leven,Ga naar voetnoot27
Het voedt hem in u gonst altijdtGa naar voetnoot28
End' als het wreetheyt van u lijdt
30[regelnummer]
Begint het voort te beven.Ga naar voetnoot30
Dus my doch nu niet meer verbaestGa naar voetnoot31
Maer om my te vertroosten haest,Ga naar voetnoot32
Hoort doch ws Slaefs gebeden,Ga naar voetnoot33
Verlicht dit Herte dat ghy houtGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
In u gebiedt, end' staech benoutGa naar voetnoot35
Stelt het doch weer te vrede.Ga naar voetnoot36
Siet wat ick doe om vasticheyt
Mijns hoops te sien in't Hert geheytGa naar voetnoot38
Van de gheen dien ick eere.
40[regelnummer]
Siet hoe myn Hert om gonste slooftGa naar voetnoot40
Om Liefd' end' om te syn ghelooftGa naar voetnoot41
Van myn Eleonore.
| |
[pagina 472]
| |
'T vermetel Mahometisch heyr
Gewapent in haer vol geweyrGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Sou myn Ziel niet verschricken,
Nochtans soo gaet het zitt'ren staechGa naar voetnoot46
Om hem naer uwen dienste graechGa naar voetnoot47
(Ach lieve lief) te schicken.
Ten is gheen bloote vrees van pijnGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Dien ick voel in myn hert te zijn:
Maer 'tis een yvrich haecken,Ga naar voetnoot51
Ick voel my sonder sterckte neer
Gheslagen, sonder dat ick weer
Hulp van myn vrouw genaecke.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Stelt weer u Ridder in zijn cracht
End' hem doch voor u Krijger achtGa naar voetnoot56
Want hy dient u getrouwe,
Soo ghy hem meer in twijffel houtGa naar voetnoot58
End' niet zyn laffe geest herboutGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Men sal voor wreet u houwen.
Wreet salmen u noch noemen dan
End yeder een sal weten van
Myn trouheyt end' u strafheyt,Ga naar voetnoot63
Dan salmen my staech geven prijs
65[regelnummer]
Maer van u singen dese wijsGa naar voetnoot65
Een trotsert hier in't graf leyt.Ga naar voetnoot66
| |
[pagina 473]
| |
Het was een soete schoonicheytGa naar voetnoot67
Vermengt met bitt're strafficheyt
Een vrientschap loos, bedeckt doch,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Neen, neen sal myn geest seggen juyst
(Wanneer sy uyt dit Lijf verhuyst)Ga naar voetnoot71
Haer Liefde na my treckt noch.Ga naar voetnoot72
Maer Gods wil was ons in de weechGa naar voetnoot73
End'de Fortuyn en wou gheen deechGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
Om ons beyd' te vereenen.
Want sy en wilde niet de hitGa naar voetnoot76
Van dese kool dus maecken mitGa naar voetnoot77
Haer coude hert gemeene.
|
|