Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 463]
| |
CXL Liedeken
Stem: Als ick uyt vvandelen gae, &c.
Goddinne die de naam van 'tschip-rijck Eylant voertGa naar voetnoot1
Die met geen Tooverkracht Hemel en aart beroertGa naar voetnoot2
Maar die met u ghesicht en Goddelijcke kunstGa naar voetnoot3
De grootste man beweegt doet snacken na u gunst.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
De grootheyt van u macht ick noyt soo hooch en hielGa naar voetnoot5
Als ick de hoocheyt doe van u verheven ziel
Die op den top des Lofs ten pronck des werelts staat
Sulcx dat de Zon beschaamt syn ooghen neder slaat.Ga naar voetnoot8
Als hy eerbiedich u eerwaerdicheyt aenschout
10[regelnummer]
Hy schimmert en hy staart: en 't ciert syn hooft met goutGa naar voetnoot10
En bromt soo voor u deur daer hy een lonckje prachtGa naar voetnoot11
Waar met dat hy volnoecht voldoet syn groote jacht.Ga naar voetnoot12
Smorgens voor dauw voor dach, en in den dagheraat
Wanneer hy opghetoyt uyt syn slaepkamer gaet
15[regelnummer]
Als ghy noch legt en slaapt met al u HuysghesinGa naar voetnoot15
Dan komt den brallert aen door glasen Vensters in.Ga naar voetnoot16
| |
[pagina 464]
| |
Hy kyckt hy wederkyckt en siet u schoonheyt doorGa naar voetnoot17
U Silverblancke vel vergult hy met syn gloorGa naar voetnoot18
Ghy voelt de luwte van syn straalen soet en sacht
20[regelnummer]
En toont hem al het t'gunt hy meest op Aarden acht.Ga naar voetnoot20
Hy doet al wat hy wil en wat hem best behaaght
Dan gaet den snoepert deur hy schent so menich MaagtGa naar voetnoot22
Waer dat die Vrouwe Man maer steelwys eens insluyptGa naar voetnoot23
Hy vint gheen Vrouwtje die hy niet in slaap bekruypt.
25[regelnummer]
De leste reys Goddin als hy u wel besachGa naar voetnoot25
Doen ghy in diepe rust en onbekommert lach
Doen stal hy uyt u Hooft op 'taardichst dat hy konGa naar voetnoot27
U ooghen en hy liet voor elcken Ooch een Son.Ga naar voetnoot28
Soo komet by Goddin dat ick en alle lienGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Die dese Majesteyt vol Heerlijckheden sienGa naar voetnoot30
Door 'tblincken van u snel en weesselijck ghesichtGa naar voetnoot31
Waar met dat ghy myn siel inwendich noch verlicht.
Dit is myn hooghste vreucht daer ick my in verbly
Dat ghy u ooghjens slaet uyt goetheyt eens op my
35[regelnummer]
Als u ghenade my eens vriendelijck aensiet
Ick ruylden dat gheluck om al de Werelt niet.
|
|