Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 410]
| |
CXXIII Amoureus-Liedt
Op de Voys van Susanna: Ofte, Esprits qui souspirez
Ia mijn bedroefden geest cund ghy in vreuchd herscheppen
Ach langh geliefde, en mijn wel beminde Vrou:Ga naar voetnoot2
Wanneer als ghy maar wilt de lieve oogjens reppenGa naar voetnoot3
En drayen die met jonst naar u Dienaar getrou.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
So stuyft flucx inde wint mijn siecten, en het suchten,Ga naar voetnoot5
En snapt een troostbaar woort dan uyt u soete mont:Ga naar voetnoot6
Den wissel van myn staat doet mijn in twyffel duchtenGa naar voetnoot7
Of ick dan ben de gheen, die ick noch was terstont.Ga naar voetnoot8
Hoe meuchdy waarde Lief dat soete aanschijn wenden
10[regelnummer]
Van my? die ghy hier door so wonderlijc vermaect:Ga naar voetnoot10
En keunt, wan ghy maar wilt my t'leven of doot sendenGa naar voetnoot11
Na u t'erbarmen in u wreede sin gheraackt.Ga naar voetnoot12
Wist ghy het vast opset, of het besluyt mijns hartenGa naar voetnoot13
In't lieven van u eer, en 'tminnen van u jeught:
15[regelnummer]
De weer pijn van mijn druck sou u meelyd'lijck smartenGa naar voetnoot15
En gunnen om mijn trou my een veel blyder vreugd.
| |
[pagina 411]
| |
Meestres ist u een vreughd mijn pynelijcke quaalenGa naar voetnoot17
Soo doet en leeft met my na u lust en ghebien,Ga naar voetnoot18
Al sou ick tot myn doodt dus Hoofdeloos gaen maalen:Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Maar dese strengheyt Lief kan ick uyt u niet sien.Ga naar voetnoot20
Wout ghy myn trouheyt eens met uwe gunst beloonen?
Ick leede met verdrach op hoop van 'tsoet dit zuurGa naar voetnoot22
Ick sou myn staticheyt, soo heel volmaeckt vertoonenGa naar voetnoot23
En leeven in ghenaa van u, en 'tavontuur.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Weygert ghy my de naam, of't weesen van verwinner,Ga naar voetnoot25
Van hulp, van Vrient, van troost, van Lief, van hooft, of PrinsGa naar voetnoot26
Mijn blijft de tytel doch van een getrou beminner,Ga naar voetnoot27
U wreetheyt, tyt, noch doot, ontvoert my die gheensins.Ga naar voetnoot28
|
|