Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 407]
| |
CXXII Nieu - Liedeken
Stem: Ach ongeluckighe dach! Die'k wel beclagen mach
Ick wil Juffrouw (vertrout,)Ga naar voetnoot1
Om al het Weerelts gouwt
U prysen met geen logens stoutGa naar voetnoot3
Want deed' ick dat, het soude myn
5[regelnummer]
En u, tot een beschamen sijn.Ga naar voetnoot5
Ick sal met valsche vondtGa naar voetnoot6
Niet seggen ongegrondt,
Als dat u lieve kleyne mondtGa naar voetnoot8
So veel Parfuyms en Ambers heeft,
10[regelnummer]
Als ons Saba en Injen geeft.Ga naar voetnoot10
Noch dat u hayren schoon,
Veel grootscher staan ten toonGa naar voetnoot12
Als d'alderbraefste goude kroon:Ga naar voetnoot13
Noch dat ick in u oogen vin
15[regelnummer]
Een woonplaets voor de geyle min.Ga naar voetnoot15
Ofdat haer glans verwonGa naar voetnoot16
De starckheyt van de Son,Ga naar voetnoot17
Daer noyt klaerheyt by komen kon:Ga naar voetnoot18
Want al het licht dat ons bestraalt
20[regelnummer]
Syn levend' luyster van haer haelt.Ga naar voetnoot20
| |
[pagina 408]
| |
Noch dat u Lipjens soet
Vol suyver blinckend' bloet
Een schant an Kraal en Karsjes doet:Ga naar voetnoot23
Noch dat u Tantjes, Parlen fijn
25[regelnummer]
Gheset syn in brandend' Robijn.
Noch dat u hooge ze'en,Ga naar voetnoot26
Of treffelijcke re'en,Ga naar voetnoot27
De mensch verkeeren kan in steen,Ga naar voetnoot28
Of dat ghy met u groote Geest
30[regelnummer]
De wijste maeckt een botte beest.Ga naar voetnoot30
Ghy syt so hups een TasGa naar voetnoot31
Als hier in lang oyt was,
Dit segh ick als het komt te pas:Ga naar voetnoot33
Ja so, dat om een soete soen
35[regelnummer]
Een Heremijt sou sonde doen.
Maer dat is niet geseyt,
Van u onsterflijckheyt,
Ghelijck ghy't hier en daer verbreyt:Ga naar voetnoot38
Doch so u lichaem god'lijck is,
40[regelnummer]
Struylt Rooswater in plaets van pis.Ga naar voetnoot40
Dus spreeck ick, o Joffrou!Ga naar voetnoot41
Op datmen mercken souw
Hoe veel ick van u schoonheyt houw,
Waar aen myn lust syn tijdt besteetGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Wanneer ick niet te doen en weet.Ga naar voetnoot45
| |
[pagina 409]
| |
Ghy siet wel mijn Vriendin
Hoe seer dat ick u min,
Al gae ick hier vast uyt en in:Ga naar voetnoot48
Maer kosten elcken tree een duyt,
50[regelnummer]
Ic quam termaent misschien eens uyt.Ga naar voetnoot50
Al segdy soete dier,Ga naar voetnoot51
Dat ick segh: dat ick schierGa naar voetnoot52
Om u verteer in't minne-vier:
Het is wel waer het is geschiet,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Ic hebt geseyt, maer 'k meenden't niet.
|
|