Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 394]
| |
CXVIII Amoureus-Liedeken
Op de Wyse: Adelijn, Bruynsmadelijn, ghy bent so hups en fijn
Myn tongh die moet nu boogenGa naar voetnoot1
Van t'geen my hart behaacht,Ga naar voetnoot2
Want met bekoorde ooghen
Heb ick ghezien een Maacht,
5[regelnummer]
Becnopt van dracht,Ga naar voetnoot5
En rendelijckenGa naar voetnoot6
Niet met pracht
Wt wendichlijcken,Ga naar voetnoot8
Gelijck men't nu wel draacht.
10[regelnummer]
Sy weet haer wel te cierenGa naar voetnoot10
Met degelijck gelaat,Ga naar voetnoot11
Met bequame manierenGa naar voetnoot12
Met cort, en heusche praat,Ga naar voetnoot13
Niet lichtvaardich,
15[regelnummer]
Wangelaatich,Ga naar voetnoot15
Maar eer waardich,
Ende statichGa naar voetnoot17
Een Maachdelijck cieraat.
Met vierige dienst en willicheyt,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Vult sy het hart van mijn,Ga naar voetnoot20
Door haar stemmige stillicheytGa naar voetnoot21
En suyver soet aanschijn,
| |
[pagina 395]
| |
Oock als haar mont
My seer lieftalichGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
Een cus my jont
Ick acht my salich,Ga naar voetnoot26
En vol gelucks te syn.
Sy nayt met lust seer sinnelijck,Ga naar voetnoot28
De traacheyt haar verdrietGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Och als ick denck hoe minnelijck
Dat somwijl sy op siet,Ga naar voetnoot31
En siet sy my
Ver by gaan wand'renGa naar voetnoot33
So moeten wy,
35[regelnummer]
Van cleur verand'ren,Ga naar voetnoot35
Soo dickwils alst geschiet.
Con ick met kunst en vreuchden
Verhaalen al haar LofGa naar voetnoot38
Maar haer rijckheyt van deuchden
40[regelnummer]
Is myn doel, en lust Hof,Ga naar voetnoot40
Daar ick niet weet,Ga naar voetnoot41
Wt te raackenGa naar voetnoot42
En ick vergeet,Ga naar voetnoot43
My door t'vermaacken
45[regelnummer]
In d'overvloet van stof.
Dees die in alle puntenGa naar voetnoot46
Soo graas'lijck is bedeeltGa naar voetnoot47
Dat men haar siet uytmunten
Als spiegel en voorbeelt,
| |
[pagina 396]
| |
50[regelnummer]
Van ware deucht
En rype reden,
Die in haar jeucht
So grijpe stedenGa naar voetnoot53
Dat syer myn hart mee steelt.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
De Maaght die my doet roemen,Ga naar voetnoot55
En is niet wijt van hier
Maar ick en durf niet noemenGa naar voetnoot57
Dit reyn en eedel Dier,Ga naar voetnoot58
Want ick vrees haer,
60[regelnummer]
Te versteurenGa naar voetnoot60
En t'sou voor waar,
My gebeurenGa naar voetnoot62
Waar sy niet goedertier.Ga naar voetnoot63
Ick sal met vriend'lijck spreecken
65[regelnummer]
Haar leggen t'vier so naarGa naar voetnoot65
Tot dat wy door myn smeeckenGa naar voetnoot66
Te samen syn een paar,
Of so t'gevalt,Ga naar voetnoot68
Den Heer der Heeren
70[regelnummer]
Hoemen kalt,Ga naar voetnoot70
Het kan verkeeren
Den mensch is wanckelbaer.Ga naar voetnoot72
|
|