Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 382]
| |
CXIII Amoureus - Liedtjen
Op de Wyse: O schoonste Parsonagie
Lof Moeder vande MinneGa naar voetnoot1
Met u gheswind en schutterlijcke jonghen,Ga naar voetnoot2
Die mijn verneerde sinnen,Ga naar voetnoot3
Wel eer // met eer en achtbaerheyt ontfonghen,
5[regelnummer]
Ghy die t'ghemoet
Soo vroolijck voet,
En salicht steeds met vreuchdenGa naar voetnoot7
Comt daelt hier bymenGa naar voetnoot8
En leert my konstich Rymen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Mijn Liefs deuchden.
O Schoonheyt net besnedenGa naar voetnoot11
Van leest, van schic, van swier, van stal, van standenGa naar voetnoot12
Van uytghelesen leden,
Van Hooft, van Hals, van heupen en van handen
15[regelnummer]
Niet rangh noch vetGa naar voetnoot15
Maer wel gheset,Ga naar voetnoot16
Bevallich en behendich
Doch grooter gaven
Sijn in u Ziel begraven,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Noch inwendich.Ga naar voetnoot20
| |
[pagina 383]
| |
Och wat volmaeckte redenGa naar voetnoot21
De wyse Mont met val en vlot ontslippen,Ga naar voetnoot22
Die met verstandelheden,Ga naar voetnoot23
Eerst syn ghecleynst door t'breyn en lieve lippen,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Insonderheydt
Met onderscheyt,Ga naar voetnoot26
En kennisse der dinghen
Door dit opmerckenGa naar voetnoot28
Geen woorden nochte wercken,
30[regelnummer]
Hem ontspringhen.Ga naar voetnoot30
Syn hooghe gheest doorluchtich
Weet met de Pen te Schild'ren, en te schrijven
Soo aerdich en soo cluchtich,Ga naar voetnoot33
Dat ons ghemoet en sinnen t'samen kyven,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Of t'waere zynGa naar voetnoot35
Of stoffloos schyn,Ga naar voetnoot36
Voor onse Geesten sweefde
Hy maelt het vryenGa naar voetnoot38
Het rechten en het stryen,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Of het leefde.Ga naar voetnoot40
Ick prijs Lief u manieren
Ick roem in Rijm van u hoochdraghend wesenGa naar voetnoot42
Al wat ghy cont versieren,Ga naar voetnoot43
En wat ghy looft, het wert van my ghepreesen,Ga naar voetnoot44
| |
[pagina 384]
| |
45[regelnummer]
Ick lees en schrijf
Om tijdt verdryf,Ga naar voetnoot46
Lust my te RedenrijckenGa naar voetnoot47
Ick soeck in veeleGa naar voetnoot48
Maer hoope dy ten deele,
50[regelnummer]
Te ghelijcken.
Ghy die my placht te leeren
Het Gout gemynt, uyt t'Lichaem vander aerden,Ga naar voetnoot52
Loshertich te ontbeeren,Ga naar voetnoot53
En t'sienlijck goet te achten nae syn waerden,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Maer boven al
Int aertsche Dal,
Het Hemelsche te wenschen
Want sulck verkiesen
En baert gheen swaer verliesen
60[regelnummer]
Voor de menschen.
Wat baet my nu dit weten
Mijn cloecke cunst, u leerelijcke lessen,Ga naar voetnoot62
Als ghy my wilt vergheten,Ga naar voetnoot63
O Toveraer van Joffers en Princessen
65[regelnummer]
Die mijn bekoltGa naar voetnoot65
Jae nolt en solt,Ga naar voetnoot66
Besweert en keunt beleesenGa naar voetnoot67
Moochdy my haetenGa naar voetnoot68
Of dus ellendich laeten,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
In dit weesen.Ga naar voetnoot70
|
|