Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 374]
| |
CX Klachtich Maeghden-Liedt
Stem: Het daghet in den Oosten, &c.
Helaes! ick heb verlooren
De Vorst van myn ghemoet,
Den Ridder hoogh ghebooren
Van klaer en Prinslijck bloedt,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Dus mach ick zijn verscheyen // wel beschreyen.Ga naar voetnoot5
Nu sal ick niet meer hooren
Dat lieffelijck gheluydt,
Dat my de siel ten ooren
Soo soetjes troonden uyt,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Met aartigh minlijck smeken // en schoon spreken.Ga naar voetnoot10
De Spieghel sal verdwynen,
Daer ick myn aengesicht
Soo helder sach in schynen:
O lief, en vriend'lijck licht,
15[regelnummer]
U luyster en u brallen // sal vervallen.Ga naar voetnoot15
U wel ghedane wanghen,Ga naar voetnoot16
Van my soo vaeck ghekust,Ga naar voetnoot17
Met hartelijck verlanghen
En sonderlinghe lust,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Die sullen wormen, Slanghen // nu ontfanghen.Ga naar voetnoot20
| |
[pagina 375]
| |
En met een smaeck op eten
U tongh en kuysche mondt,
Die inde leckere betenGa naar voetnoot23
Een lieve wellust vont,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Sy sullen met behaghen, knauwen, knagen.Ga naar voetnoot25
De neus daer ghy te vooren
Me roockt u spijs en dranckGa naar voetnoot27
Die weet nu van geen smooren,Ga naar voetnoot28
Noch sticken van de stanck,
30[regelnummer]
Sy sal nu inder kuyle // gants vervuyle.Ga naar voetnoot30
Ghy syt sonder gevoelen
Van lichaem en van hart,
Ach, kon ick so verkoelenGa naar voetnoot33
Myn ongemeene smart,
35[regelnummer]
So souw ick nu niet weenen // noch niet steenen.Ga naar voetnoot35
Nu wil ick my begheven
In een kleyn kloosterkijn,
En eynden daer myn leven
En heymelijcke pijn,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
En sal u doodt beklagen // al mijn dagen.
Doch ick sal u doen bouwen
Hier op dit Graf een Huys,Ga naar voetnoot42
Daer ick my met vertrouwen
In eenicheyt myn kruysGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
In myn rampsalich vrijen // mach belijen.Ga naar voetnoot45
| |
[pagina 376]
| |
Nu moet ick my gaen ylen,Ga naar voetnoot46
En decken myn aenschijn,
En draghen swarte wylenGa naar voetnoot48
Ter eer de lietste myn,
50[regelnummer]
Ick sal hem noch vereeren // met rouw kleeren.Ga naar voetnoot 50
|
|