Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 348]
| |
C Liedeken
Stem: Si tanto Gratiose
Ghekroonde Keyserinne,
Veroveres der snedichste verstanden,Ga naar voetnoot2
Die d'alderkoutste sinnenGa naar voetnoot3
Slechts met een wenc doet blaeckeren en branden,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ghy die bespringht,Ga naar voetnoot5
En't leeger dwinght,
Der Menschelijcke krachten,Ga naar voetnoot7
Ghy schrickt de volckenGa naar voetnoot8
Met dese stomme tolcken,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Der gedachten.
O overgoude Sonne!Ga naar voetnoot11
Geen sterflijck ooch kan u ghesicht verdraghen,Ga naar voetnoot12
Een yeder geeft verwonnen,Ga naar voetnoot13
Als weerloos hem ghevanghen en gheslaghen,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Wie niet en vlucht,
Moet met een sucht,
Sijn sieltjen stracx op gheven,Ga naar voetnoot17
De wel ghesienste,Ga naar voetnoot18
Die acht veel meer u dienste,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Als syn leven.
| |
[pagina 349]
| |
Ick sie de gulde waghenGa naar voetnoot21
Met u ghepronckt, met Cranssen van Laurieren,Ga naar voetnoot22
Daer achter komen klagen,
Veel slepen van geboeyde Batavieren,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
De eelst van bloet,Ga naar voetnoot25
De grootst van moet,
De alder preutst van allen,
Comt met gebeden
Uwe ghenadicheden
30[regelnummer]
Te voet vallen.
De doorluchtighste Gheesten,Ga naar voetnoot31
Daer Nederlant groothertich op mach roemen,Ga naar voetnoot32
Die offren u geen BeestenGa naar voetnoot33
Noch Stieren wit, verciert met gout en bloemen,
35[regelnummer]
Maer Vaersen soetGa naar voetnoot35
Dat u ghemoedtGa naar voetnoot36
Sich niet ghenoech verwondert,
Mits sy die slachtenGa naar voetnoot38
Op't Altaer der ghedachten,
40[regelnummer]
Meer als hondert.Ga naar voetnoot40
Ghy acht noch vuyr noch bylen,Ga naar voetnoot41
Noch roomsche pracht, noch heydensche manierenGa naar voetnoot42
Ghy wilt wanden noch stylen,Ga naar voetnoot43
Met Schilt noch Helm van u verwonnen cieren,Ga naar voetnoot44
| |
[pagina 350]
| |
45[regelnummer]
Noch Vaen, noch Lans,Ga naar voetnoot45
Noch Croon, noch Crans,
En steldy op u Vesten.Ga naar voetnoot47
Maer ghy doet stichtenGa naar voetnoot48
De eerelijckste dichtenGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Vande besten.
Verwinster aenghebeden,Ga naar voetnoot51
Wanneer ick laest sou in u handen stellenGa naar voetnoot52
De sleutels vande steden,
Laes! van myn siel, ick kent u niet vertellen,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Want dan ick souw,
O brave Vrouw!
My gheven als ghevanghen.
Och! aen de tipjes
Van uwe lieve lipjes
60[regelnummer]
Bleef ick hangen.
|
|