Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 346]
| |
XCIX Amoureus-Liedt
Op de Voys: Ick bender een arme Pellegrim siet
De Minne die in mijn hartje leyt,Ga naar voetnoot1
Die sal niet eynden noch sterven,
Al schijntet dat ick door teghenheyt,Ga naar voetnoot3
Mijn Lief sal moeten derven.
5[regelnummer]
Al reys ick te Landt, en over Zee,
En swerf in vreemde Steede,Ga naar voetnoot6
Mijn Liefs Beeltenis draach ick mee,
In mijn gheneeghenthede.Ga naar voetnoot8
Al ben ick daer my veel jonst gheschiedt,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Het buycht gheen van mijn crachten,Ga naar voetnoot10
Maar als 'thart op mijn Lief eens siet,
Soo juyghen mijn ghedachten.
Al syn meer andere schoon en Rijck,
Sy kunnen my niet verwinnen,
15[regelnummer]
Doch alsic mijn Jufvrous duechd' bekijc,Ga naar voetnoot15
Aan bidden haar mijn sinnen.Ga naar voetnoot16
Tsint dat mijn oogh op haar schoonheyt viel,Ga naar voetnoot17
So socht ick haar te behaaghen,
En heb met eerbaerheydt in mijn Ziel,
20[regelnummer]
Haer reyne jonst ghedraghen.Ga naar voetnoot20
| |
[pagina 347]
| |
Heylich en eerelijck syn gheweest,Ga naar voetnoot21
Ons Minne, kusjes, boerteryen,Ga naar voetnoot22
Want haar ghesuyverde goede Gheest,Ga naar voetnoot23
Gheen dorperheyt kan lijen.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Haar heusheyt en ooc mijn Liefde groot,Ga naar voetnoot25
Ons Vrientschap daer beneven,Ga naar voetnoot26
Die sullen duuren tot de doodt,
Ja mueg'lijck na ons leven.
Of by ghevalle dees rasery,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Mijn Liefjen quam in handen,
Haar Wysheyt redenkavelt my,Ga naar voetnoot31
Ten konfer of ten branden.Ga naar voetnoot32
Mijn ruwer begrip, en stompe styl,Ga naar voetnoot33
Verwerckt die, o mijn Goddinne!Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Met die sneedighe scharpe vyl,Ga naar voetnoot35
Van u gheleerde sinnen.Ga naar voetnoot36
|
|