Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 322]
| |
XCII Liedt
Op de Wyse: O schoonste Parsonagie. Ofte Si tanto Gratiose
Ha! licht vervlooghen wyllenGa naar voetnoot1
'tHerdencken van u weelde maact my druckigGa naar voetnoot2
Wat nyt doet u soo yllen?Ga naar voetnoot3
Laas! tot mijn ramp, daer ick scheen soo gheluckich,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ja soo verweentGa naar voetnoot5
Dat de ghemeentGa naar voetnoot6
My Loffelijck verhieven,Ga naar voetnoot7
Als ick met Dichten
Een yder soght te stichtenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
En believen.Ga naar voetnoot10
Doe was my d'Hemel gunstich,Ga naar voetnoot11
De Werelt loegh op my soo Vriendelijcke,Ga naar voetnoot12
Ghy Lief noemde mijn kunstichGa naar voetnoot13
Om dat myn lust, een reeden te verrijcke,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
U heusheydt wastGa naar voetnoot15
Die wel, en vast,Ga naar voetnoot16
Mijn harde RymeryenGa naar voetnoot17
Wist te versmeden,Ga naar voetnoot18
En op syn rechte steedenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Juyst te vlyen.
| |
[pagina 323]
| |
Daar mijn de vroome wenschenGa naar voetnoot21
De troost van Lief, met ontelb're ghelucken:Ga naar voetnoot22
Het schuymsel van de Menschen
Soeckt daar myn Heyl nu nydich te ontrucken,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Want Out, en Jongh
Met gifte tongh
Mijn Eere my berooven,
Seer licht, de liedenGa naar voetnoot28
Het goed ten quaaden dieden,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
En ghelooven.
Dit pynnight mijn mit smarte,
En martert laas! mijn afgemende ZieleGa naar voetnoot32
Lief magh dit van u harte
Dat ghy u Vrient onschuldich laat vernielen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Om s' vollicx praatGa naar voetnoot35
Of ymants haatGa naar voetnoot36
Vol enckel snoode looghen?Ga naar voetnoot37
Mijn troost, mijn vreughdeGa naar voetnoot38
Ach! hebben nu de deughde
40[regelnummer]
Gheen vermoghen.Ga naar voetnoot40
Soo g'lijck ghelijck doet Minnen,Ga naar voetnoot41
Wat doetje dan my van u deur afwysen!Ga naar voetnoot42
Helaas! d'eedele sinnen
Die ghy voor sulcx uyt jonsten pleeght te prijsenGa naar voetnoot44
| |
[pagina 324]
| |
45[regelnummer]
Sullen sy mijn
Een oorsaack syn
Van ballingh steets te blyven?Ga naar voetnoot47
Soo magh ick vloecken
Pampieren, Pen, en Boecken
50[regelnummer]
En het schrijven.
Want had ick niet gheschreven
Soo sou mijn naam nu niemant niet Trompetten:Ga naar voetnoot52
Ick waar oock niet verheevenGa naar voetnoot53
Noch niemant sou op my soo nauwe letten,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
De achterclap,
Noch lachtertap,Ga naar voetnoot56
En sou my nu niet quellen:
Men sou mijn treeden,
Mijn passen, noch myn schreedenGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Dus niet tellen.Ga naar voetnoot60
'tSchijnt dat de groote Gooden
(Vermoeyd van mijn haer troetelkint te speelen)Ga naar voetnoot62
Deese strenghe ghebooden,Ga naar voetnoot63
En leyder wet, u lieve Mont beveelen:Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Om dat mijn druckGa naar voetnoot65
En ongheluck
Te lichter my sou vallenGa naar voetnoot67
Nu't can verkeeren,
Want Boeren werden HeerenGa naar voetnoot69
70[regelnummer]
Berghen dallen.Ga naar voetnoot70
| |
[pagina 325]
| |
'tGheluck dat stuurt in staatenGa naar voetnoot71
Weet-nieten Rijck, en overstoute plompen:Ga naar voetnoot72
Haar onbescheyden maatenGa naar voetnoot73
Doet dees mijn Borst met diepe suchten pompenGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
De traantjens al
Die by gheval
Bevroosen van mijn schieten,Ga naar voetnoot77
Als fijne ParlenGa naar voetnoot78
Die ick hou voor het dwarlenGa naar voetnoot79
80[regelnummer]
Van Margriete.
Vaart wel, vaart wel Joffrouwe
Ick dool op't Lant by't hooghe Huys te MuyenGa naar voetnoot82
Mijn Liefd' sal niet verkouwenGa naar voetnoot83
Al loost de Wint stormwinden HaghelbuyenGa naar voetnoot84
85[regelnummer]
Ja vloeken grijs
Jaght Sneeu en YsGa naar voetnoot86
Smelt voor myn vier met schandeGa naar voetnoot87
Kunt ghy niet rusten
Soo denckt onder u lustenGa naar voetnoot89
90[regelnummer]
Op Garbrande.Ga naar voetnoot90
|
|