Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 267]
| |
LXXIII
Stemme: Si tanto gratiose, &c. Of: O schoonste Personage! &c.
Ach! blije Jongelingen,Ga naar voetnoot1
Kondy mijn liefd aen mijn ghelaet niet merken?Ga naar voetnoot2
So luystert na mijn singen;Ga naar voetnoot3
Of liever ooght op mijn verwonnen werken:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Den Hemel wil,Ga naar voetnoot5
Ick krijt, ick gil,
Hoe ick ben overwonnen,
Waer zijn mijn krachten?
Mijn levende gedachten
10[regelnummer]
Zijn verslonnen.Ga naar voetnoot10
Den Basilisq doet stervenGa naar voetnoot11
Wie hem ontmoet, of anders komt aenschouwen,Ga naar voetnoot12
So moet ick oock verwerven
De dood, door 't sien van u al-waerde Vrouwe,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
O machtigh volck,Ga naar voetnoot15
Die mijn harts-kolckGa naar voetnoot16
So swoeler swoelt doet glooren,Ga naar voetnoot17
'k Heb uyt so menigh
Alleen een eenigh eenigh
20[regelnummer]
Uytverkoren.
| |
[pagina 268]
| |
Schoon Lief wilt u niet storen,Ga naar voetnoot21
Dat u mijn hart ootmoedigh soeckt te dienen,
Ick bender toe geboren,
Maer, waerde Vrou, wat kan ick u verlienen,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Ick heb geen macht,
Ick heb geen kracht,
Of isser yets te vinden,Ga naar voetnoot27
Uyt harts begeeren,
Sal ick't u strax ver-eeren,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
O beminde!
Mijn Ziel-gelijcke zeden,Ga naar voetnoot31
Verselschapt van u goede hooge sinnen,
Leert my Natuur en Reden
Verr' boven al 's werelts pracht te minnen,
35[regelnummer]
Ick vraagh na bloed,Ga naar voetnoot35
Na praal noch goed,
Na hoogheyd, noch Na-magen,Ga naar voetnoot37
Mijn Lief! mijn vreuchde,
U schoon gepronckte deuchde,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
My behagen.
O Sleutel van mijn leven!Ga naar voetnoot41
O Lust-hof van mijn cuysche lieve lusten!Ga naar voetnoot42
't Geen ick u heb gegeven,Ga naar voetnoot43
Laet dat so lang in mijn plaets by u rusten.Ga naar voetnoot44
| |
[pagina 269]
| |
45[regelnummer]
Lief zijt niet norts,Ga naar voetnoot45
Ick hoop noch kortsGa naar voetnoot46
U hart gemoet te buygen,
Wilt uyt mijn dichten,
Die ick uyt liefde stichten,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Geen quaet suygen.
|
|