Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 260]
| |
LXX Liedeken
Stemme: Aenhoort doch mijn geklag ghy Ruyters, &c.
Die voor een dooven preeckt,
Wat schoons brengt voor een blinde,
Hem selfs in moeyten steeckt,Ga naar voetnoot3
Daer hy zijn hooft me breeckt,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Want hoe hy't klaeght of smeeckt,
Te vergeefs ist wat hy spreeckt,
So ick't nu waer bevinde.Ga naar voetnoot7
Ick souw eer 't yser koudt,
En rotzen hart bewegen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
't Wilt-gediert in het woudt,
Of 't ruygh-bewossen hout,Ga naar voetnoot11
Verand'ren steen in goudt,
Eer sy die op haer bouwt,Ga naar voetnoot13
Tot my souw zijn genegen.
15[regelnummer]
Want sy bespot, belacht
Smaed'lijck mijn waerde minne,Ga naar voetnoot16
Bescheldt 't verwaent gedacht,Ga naar voetnoot17
Mijn dienst sy oock veracht,Ga naar voetnoot18
Maer waer ick groot van macht,
20[regelnummer]
Uytheems en weyts van dracht,Ga naar voetnoot20
Sy souw my wel besinne.Ga naar voetnoot21
| |
[pagina 261]
| |
Mijn Lief heeft 's werelts aert,
Sy geeft de slechste 't meesteGa naar voetnoot23
Geluck, schat en wel-vaert,
25[regelnummer]
Voor't eel vernuft vermaert,Ga naar voetnoot25
Dat met recht 't hoochst' is waert
Geeft sy het minst, en spaertGa naar voetnoot27
Het eelst' voor grove geesten.
Maer ghy die u niet kreuntGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Aen mijn seer droeve klachten,
Daer schier u huys van dreunt,
Dat ghy wel boeten keunt,Ga naar voetnoot32
Trots op u schoonheyt steunt,Ga naar voetnoot33
Maer daer ghy dus op leunt,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Verliest so haest zijn krachten.Ga naar voetnoot35
U dreutsich weyg'ren sultGa naar voetnoot36
Ghy, sorgh ick, noch beklagen,Ga naar voetnoot37
Als verblick door u schultGa naar voetnoot38
U blondigh hayr vergult,
40[regelnummer]
Ja net en braef gehult,Ga naar voetnoot40
Hoe wel 't nu dartel krult,
Het mocht u noch wan-hagen.Ga naar voetnoot42
Als 't laat-onnut-berouw
U 'tharte knaeght, met reden,
45[regelnummer]
Over mijn Liefd getrouw,
| |
[pagina 262]
| |
Dien ick u droegh, myn Vrouw,Ga naar voetnoot46
Ghy verliet my, doen ick wouw,Ga naar voetnoot47
Als ghy wel willen souw,Ga naar voetnoot48
Sal ick u verlaten mede.Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Eer ghy verliest u fleurGa naar voetnoot50
Door wreede wraax onthalen:Ga naar voetnoot51
Eer noch u tijdt gaet deur,Ga naar voetnoot52
Ick raad u als een Breur,Ga naar voetnoot53
Neemt nu ghy hebt de keur,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
De vruchten soet van geur,
En rijp uyt gulde schalen.
Eer betrens-Tijt onbreckt,Ga naar voetnoot57
Bid ick, weest op u hoede,
Het be-vliesde oogh ondeckt,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
En luystert doch perfeckt,
Dubbeld nut het verstrecktGa naar voetnoot61
Voor u, en die u treckt,Ga naar voetnoot62
En raed tot alle goede.Ga naar voetnoot63
|
|