Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 219]
| |
LVIII Liedt
Soet Roosje. Of Ian sloot // bier en broot // een pot vol
Myn sinnen // siet // die minnen // hiet,Ga naar voetnoot1
U overschoone Maacht,
Met liefde vast // als een trouw gast,Ga naar voetnoot3
Die reyne liefde draacht.
5[regelnummer]
U klaer aenschijn // verheuchtet harte mijn
Als u klaarheyt // inder waerheyt
By my slech mach sijn.Ga naar voetnoot7
Droefheede // vlucht, de wreede // sucht,Ga naar voetnoot8
Met al 't verdriet en pijnGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Tot niet ist haest ghebrachtGa naar voetnoot10
Myn rouwe // snoot, o vrouwe // groot,Ga naar voetnoot11
Als ghy my maer toelacht.
Ick b'nijd // en haet, met spijd // en smaat,
Dat ghy soo bent verkuystGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Met die gesel // ghy kent hem wel,
Die t'uwent dickwils ruystGa naar voetnoot16
Als ick by u wil gaen // sie ick hem by u staen,
Ick gae weder // op en neder,Ga naar voetnoot18
Swaermoedich belaen,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Mijn yver // klaacht, die styver // jaacht,Ga naar voetnoot20
En port het hart vast aenGa naar voetnoot21
Dat willend' niet en mach,
| |
[pagina 220]
| |
Door teghenheyt, gheleghentheytGa naar voetnoot23
Verwacht ick nacht en dach.
25[regelnummer]
Doch selden // tijt // oft quelt // en spijt,Ga naar voetnoot25
My staach in myn ghemoet
Dat ghy hier lijdt // of wert ghevrijdt,Ga naar voetnoot27
Van sulcken slechten bloet,Ga naar voetnoot28
Wiens roem is syn gheslacht // en is selfs niet geacht,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Van ellick // een // het wellick // gheen,Ga naar voetnoot30
Kennis geeft de macht.
De luyden // nu // sien huyden // nuGa naar voetnoot32
Al nae de weytse dracht,Ga naar voetnoot33
Doch is sy best bewaartGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Die mercken // set // op wercken // let,Ga naar voetnoot35
En op goe geest en aart.
Verkoren // schat // te vooren // hadtGa naar voetnoot37
Ghedocht en dan de daat,
Wel voor u siet // alst is gheschiet //Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Berouwt het meest te laet,
Al raed' ick u hier toe // ghy meucht wel segghen hoe,Ga naar voetnoot41
Dus beladen // met myn schaden,Ga naar voetnoot42
Raackt u wat ick doe?Ga naar voetnoot43
Dan waarde // maacht // die d' aarde draacht,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Duyt myn goe sorch in t' goe,
U welvaert ick besin,Ga naar voetnoot46
| |
[pagina 221]
| |
Kend' u letten doch, Annetta, ochGa naar voetnoot47
Dat ick u dus bemin?
U waerdigheyt en aardigheyt
50[regelnummer]
Heb ick noyt eer ghedaen,Ga naar voetnoot50
Als 't wel betaamt, dies ick beschaamtGa naar voetnoot51
Voor u altijt sal staen.
Ick heb u, lief, gelaeckt, en ben selfs niet volmaeckt,Ga naar voetnoot53
Ick soud' wel laten, had sijn pratenGa naar voetnoot54
55[regelnummer]
My eerst niet gheraeckt,
O braven dier, 't begraven vierGa naar voetnoot56
Na u begheeren haacktGa naar voetnoot57
En siet niet na de konst,Ga naar voetnoot58
Lief, ick ten deele, my beveeleGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
In goede jonst.Ga naar voetnoot60
|
|