Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |
XL Nieuw Liedeken
Stemme: Te brug al binnen de Muren, &c.
Haarlemsche drooghe harten nu,Ga naar voetnoot1
Komt toont hier wie ghy zijt,
Wy Amsterdammers tarten u
Te drincken eens om strijt:
5[regelnummer]
Ellick die drinckt een volle kan,
Al wart de buyck geswollen dan,Ga naar voetnoot6
Soo loopt niet als een dolle man,Ga naar voetnoot7
Blijft by den dronck altijd.
W' hebben soo vaste sitters hier,
10[regelnummer]
En gladde keelen fris,
'k Verdwael in onse Kitters schier,Ga naar voetnoot11
Dat hier soo meenich is:Ga naar voetnoot12
Komt, maeckt onse Bier-hanen moe,Ga naar voetnoot13
En brengt elckaer met vanen toe,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Ghy verliest na mijn wanen vroe,Ga naar voetnoot15
Ons drinckers zyn te wis.
| |
[pagina 162]
| |
Een rustich vaandel Vrijers fijnGa naar voetnoot17
Die eysschen u te veld:Ga naar voetnoot18
Maer dat 't Wevers noch Snijers zijn,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Die men ons teghen steld.
Roept lustigh al u Baasen vry,Ga naar voetnoot21
Segt dat se rustich blaasen by,Ga naar voetnoot22
Maer brenght kannen en glaasen by,
En bruyckt vry u gheweld.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Wij hebben een soo vaardigh gast,Ga naar voetnoot25
Verkoren tot Cornel,Ga naar voetnoot26
Die dese staet seer aardigh past,
Want hy drinckt stijf en snel,Ga naar voetnoot28
Als hy de vocht maar schuymen siet,
30[regelnummer]
So sal hy hem versuymen niet,Ga naar voetnoot30
Niet veel hy op sijn duymen giet,Ga naar voetnoot31
Want hy macht al te wel.Ga naar voetnoot32
De Capiteyn een stouter Man,Ga naar voetnoot33
Die oock gheweldich veeght,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Die dese kunst soo louter kan,Ga naar voetnoot35
De kan schier stadich leeght,
Een half vat kan hy stuwen hoort,Ga naar voetnoot37
En weetet soo te duwen voort,Ga naar voetnoot38
Wie weet hoe menich nuwe woortGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Hy daer wel onder pleeght.
| |
[pagina 163]
| |
De Luyt'nant sal gheen Molick zyn,Ga naar voetnoot41
Het is te nobelen baasGa naar voetnoot42
Hy wil soo garen vrolick sijn
Al by de jonghe Maats,
45[regelnummer]
Op allerley manieren klaer,
Drinckt hy de heele bieren daer,Ga naar voetnoot46
By drijen of by vieren, maer
Doch sonder veel gheraes.
Ons Vaenderich is dol ghenoegh,
50[regelnummer]
Die inde kan soo slooft,Ga naar voetnoot50
Drie vier daghen over een boegh:Ga naar voetnoot51
'k Haddet schier niet ghelooft,
Daer hy soo trots wil ande kan,
Hy vat die met syn tanden an,
55[regelnummer]
En houter oock sijn handen van,Ga naar voetnoot55
En slingerts' over 't hooft.
Ghelooft dat het wat wesen moet
Die men kiest tot Sergeans,
Daer een gelach voor vreesen moet,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Zijn immers al wat mans,
Al schijnen 't slechte sullen sneech,Ga naar voetnoot61
Sy drincken groote pullen leech,
Sy roepen: laetse vullen veech,Ga naar voetnoot63
Aars hebben wy gien kans.Ga naar voetnoot64
| |
[pagina 164]
| |
65[regelnummer]
Ons Korperael wat druystigh isGa naar voetnoot65
En daer by al wat vet
Wonder hy niet meer puystich is,Ga naar voetnoot67
Daer hy noyt stort noch setGa naar voetnoot68
Hy sal 't doch niet ontloopen neen:
70[regelnummer]
Hy stuert 't met heele stoopen heen,Ga naar voetnoot70
Souwer noch wel an knoopen een,Ga naar voetnoot71
Was 't anders maar ghewet.
De schrijver seyde noch onlanx
Selven tot ons Forier,Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Dat hy ghesoffen had viel dranx,
En dat van Wijn en Bier.
Selden dat desen Broeder pocht,
Nochtans oock al syn goeder vocht,Ga naar voetnoot78
Seyd'hy niet in een voeder mocht,Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
't Offici staet hem dier.Ga naar voetnoot80
W' hebben ons Adelborsten vier,Ga naar voetnoot81
En Lansmissaten mee,Ga naar voetnoot82
Wiens keelen altijdt dorsten schier,
Niet weynich praten mee,
85[regelnummer]
Met ons Provoost wy brommen seer,Ga naar voetnoot85
Die drinckter so uyt kommen meer,
Hem droncken eer ick omme keer,Ga naar voetnoot87
En kent wel laten mee.Ga naar voetnoot88
| |
[pagina 165]
| |
d' Ouwe soldaten winnen prijs,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Die drincken met verstant,
Haer selven en haer sinnen wijs:
Is dat niet Triumphant?
Nu voort an ghy optreckers treckt,Ga naar voetnoot93
Die garen wel wat leckers leckt,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Siet dat ghy nu als treckers streckt,Ga naar voetnoot95
En tart het heele Landt.
Beklaagd u niet ghy Princen eel,Ga naar voetnoot97
Ick van u naem niet roem,
Want seker daer zijnder soo veel,Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Dus so ick yemandt noem:
D'ander die souden schelden my,Ga naar voetnoot101
Dat icker hen niet stelden by:
Van op-spraeck is men selden vry:
Wy missen noch een bloem.Ga naar voetnoot104
105[regelnummer]
Siet hier nu ghy Drogisten droogh,Ga naar voetnoot105
Ghy bent het niet alleen:Ga naar voetnoot106
W' hebben hier oock kannisten hoogh,Ga naar voetnoot107
Die 't oock konen, soo 'k meen,Ga naar voetnoot108
Wasser maar geld te winnen mee,
110[regelnummer]
O bloed! wy souden minnen mee,Ga naar voetnoot110
Wy mosten strax beginnen mee,Ga naar voetnoot111
Dan waren wy te vreen.
| |
[pagina 166]
| |
Onse Crijghsraat ghesloten heeft,Ga naar voetnoot113
Wat vroom of kloeck soldaat,Ga naar voetnoot114
115[regelnummer]
Die aldermeest gegoten heeft,Ga naar voetnoot115
Te vereeren met staat.Ga naar voetnoot116
Maackt de Waardin veel trompe diets,Ga naar voetnoot117
En soeckt haer te ontmompen yets,Ga naar voetnoot118
En gheeft haer vande lompen niets,Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Ghy krijght de hoochste graat.Ga naar voetnoot120
|
|