Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 122]
| |
XXVII Liedt
Stemme: van Pironelle
Wat mach ick dwaes toch minne leggenGa naar voetnoot1
Op een soo hooghen braven stam?Ga naar voetnoot2
Ach! elck sou van mijn sotheyt seggenGa naar voetnoot3
Indien mijn liefde te voren quam.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Was ick van meerder doch gheboren,
Off immers maer mijn lieffs gelijck,Ga naar voetnoot6
Soo had ick hoop: maer dat's verloren,Ga naar voetnoot7
Want ick ben arrem, en sy is rijck.
Nu dan mijn hart, nu dan mijn leven,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Ick sal ten minsten haer dienaer sijn,
Soo den Hemel my 't gheluck wil gheven
Dat ick be-oogen mach haer schoon aenschijn.Ga naar voetnoot12
Mocht ick haer aenschijn steeds be-oogen,
Mijn last hoe swaer, veraart in lust,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Ick sou met vreughd mijn smart gedooghen,
Ja noemen al mijn moyten rust.Ga naar voetnoot16
Soo veel vermach het soet aenschouwen,
Van dees croon-waerde wijse vrou,Ga naar voetnoot18
Om wiens wille ick alle vrouwenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
By my in heel groot achtingh hou.
| |
[pagina 123]
| |
Waant ymant dat mijn groots verkiesenGa naar voetnoot21
Sijn Lichaem vormt uyt haer machtGa naar voetnoot22
Die doolt seer swaer: want ick ben dieseGa naar voetnoot23
Verr' boven s'werelts rijckdom acht.
25[regelnummer]
'Tis al geen goet dat goet werd g'heten,Ga naar voetnoot25
Maer veel een middel tot groot quaad,Ga naar voetnoot26
Wee hun, die deughd om gelt vergeten,
En wijsheyd om wat slijcx versmaad.Ga naar voetnoot28
De rechte rijckdom werd ghevonden
30[regelnummer]
In een vernoeghd en vroom ghemoed.Ga naar voetnoot30
Lief, dat u God die kennis jonden,
Dat ghy woud kiesen eer voor goed.Ga naar voetnoot32
Ick sou mijn sorgh dan laten varen,Ga naar voetnoot33
Maer nu ick twijffel of ick wilGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Mijn liefde heelen, of openbarenGa naar voetnoot35
Doch vrees voor schande, seyt swijght stil.Ga naar voetnoot36
Als my de min na u gaat sturen,
Terstont vervollicht my 't ghesichtGa naar voetnoot38
Der loose lieden, die my zien gluren,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
En loeren na myn lief, mijn licht.Ga naar voetnoot40
Mijn lief, mijn licht, wilt hier aenmercken
Hoe dat u beelt'nis in mijn sloop:Ga naar voetnoot42
Maer soo ghy siet mijn sotte wercken
Duyt die ten besten, mijn troost, myn hoop.
|
|