Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 96]
| |
XVIII Bruylofs-Liedt
Stem: Het daaghet uyt den Oosten, het licht, &c.
Comt hellipt vrolijck singen
Vrou Venus Borgery:Ga naar voetnoot2
Bly-gheestighe IonglinghenGa naar voetnoot3
V held're Kelen bly,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Laet voor ons graaghe oorenGa naar voetnoot5
Nu eens hooren.
Singht op Bruylofts-ghenooten,
Hoe dat dit lieve PaarGa naar voetnoot8
Den Hemel heeft beslooten
10[regelnummer]
Te houwden by mel-caer
Tot dat de Doot haer beydenGa naar voetnoot11
Comt te scheyden.
O ghy versaamde menschenGa naar voetnoot13
In een vergaart soo soet:
15[regelnummer]
Wy gunnen: en wy wenschen
V 't Alderbeste-Goet,
Dat d'Hoochsten u kan gheven
Nae dit leven.Ga naar voetnoot18
| |
[pagina 97]
| |
Dit siel-mengend vergaaren
20[regelnummer]
Sal hy Waap'nen voor druck,Ga naar voetnoot20
Begiften met wel-vaaren.
Van steets bloeyend gheluck,
En maken u Eer-waardigh
Recht goet-aardich.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Staet op ghy blije-Lieden,
Nu Bruydegom treed aen,
Die soete strijdt moet schiedenGa naar voetnoot27
Die'ck wensch: dat moet vergaenGa naar voetnoot28
Dat van u twee, den derden
30[regelnummer]
Haest mach werden.Ga naar voetnoot30
Dees twee vermenght in een,
Haer herten doet begroeijenGa naar voetnoot33
Soo dicht: dat ghy alleen,
35[regelnummer]
Of den Dood, t'uwer eeren
't Kan Verkeeren.Ga naar voetnoot36
|
|