Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
XVII Bruyd-Lofs-Gedicht, Ter Eeren
| |
[pagina 92]
| |
Want d'heete meng-lust na zyn Suster hem deed joocken,Ga naar voetnoot21
Die worst'lend hy verwan, door troetelen en 't stroocken,Ga naar voetnoot22
De gantsche Hemel was vol Minnelijck ghewoel,
Een yder roemden van dat lieffelijck ghevoel,
25[regelnummer]
Een yder roemden van dat vriendelijcke strijen,
Een yder claachden van dat bitter soete lijen,Ga naar voetnoot26
Een yder claachden van den kouwden heeten brandt,
Die yder snerckten in zyn raesend inghewant.Ga naar voetnoot28
Maer 't eunjer Goodje loech, en clapten in zijn handen,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
En riep met groot ghejouw haar openbaare schanden,
Nu Dichter (seyd hy) schrijft hoe dat de grootsche GodtGa naar voetnoot31
Door dees mijn kindtsche booch, is dwaesselijck versot,
Siet al de narrery van die verwyffde Goden.Ga naar voetnoot33
Iupijn is grammelijck ken-schuldich vluch ghevlodenGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
(Wraackgierich door de spijdt) nae 't schrickelijck gheweer,Ga naar voetnoot35
En sloech den Lecker trots met d'eerste stoot ter neer.Ga naar voetnoot36
Dewijl Cupido noch vast wispelt met ghewemel,Ga naar voetnoot37
Wiert hy gheworpen voort al dwarlend uyt den Hemel,Ga naar voetnoot38
De Goden hielden Raat: maer Venus was beswaertGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Als haren lieven Soon voor Ballingh wiert verclaert,
Die na den aff-val bleef noch inde lucht wat hanghen,Ga naar voetnoot41
Om mijn swaar-wichtich lijff, voorsichtich wel te vanghen.Ga naar voetnoot42
Want doen lupijn den Al, herstelde in zyn stee,Ga naar voetnoot43
Smeet hy ten lesten my van boven neder mee,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
De Goden lachten om myn overstout vermeten,Ga naar voetnoot45
| |
[pagina 93]
| |
En wat sy deden meer dat is my schoon vergheten.Ga naar voetnoot46
Doch t'Heylichje my bracht, weer op mijn eerste plaats,Ga naar voetnoot47
Daer wierden wy te saem de alderbeste maats,
Hoe dickwils sach ick hem, sijn kuurtjes loos bedryven!Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Hoe dickwils gaf hy my een oorsaeck om te schryven!
Hoe hy syn Pijltjes schoot op 't Geyle woeste wilt,Ga naar voetnoot51
Dat nae den ander noch soo tochtich, loeyd' en gildt!Ga naar voetnoot52
Hoe hy sijn Pijltjes schoot op Boeren en Boerinnen,
Die spelen noch om stryt, het lieff'lijck spel van Minnen!
55[regelnummer]
Hoe hy syn Pijltjes schoot op d'Edelinghen weeck,Ga naar voetnoot55
Die terende vergaen, door teed're Ioff ren bleeck;Ga naar voetnoot56
Hoe dickwils schoot hy uyt zyn wijdt-vlieghende Pijlen,
Quetsende door 't ghehoor van over hondert mijlen!
Hoe dickwils menghden hy, die Suycker-galle smart,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Die door de ooghen daalt in't onbekende Hart!Ga naar voetnoot60
Dit wonder kleene Kindt kan met zyn vlammigh blaacken,
't Onsichtber menschen Hart so juyst in 't midden raacken!
Dit wonder kleene Kind, de aldersterckste man
Met een gesicht alleen, so licht verwinnen kan!Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Dit wonder kleene Kind temt wilde Iongelinghen;
En doet den ouden grijs doen jeughdelijcke dingen!
Dit is Heer Bruydegom het selfde loose wicht,
Dat noch zyn zetel houwt in 't lodderlijck gesicht,Ga naar voetnoot68
In 't lodderlijck gesicht van u beminde Vrouwe,
70[regelnummer]
Daar hy, sint ick hem sach, heeft heym'lijck by onthouwen.Ga naar voetnoot70
Dit is Heer-Bruydegom den brant van uwe borst,
Die ghy uyt-suchten wel, maar niet uyt-spreecken dorst.
Dit is den Seyl-steen, die, die u so menich maalenGa naar voetnoot73
Het harte dicht by haer uyt 't lichaem konde haalen.
75[regelnummer]
Dit is Eerwaerde Bruyd, het dient u uyt geleyd,
| |
[pagina 94]
| |
Het geen den Bruygom u so dickwils heeft geseyd,
Dit zyn Eerwaerde Bruyd de sachte felle wonden,
Die gh' in u Bruygoms hart so lieff'lijck hebt gesonden,
Ghy zyt de oorsprongh van zyn lieve layde pijn,Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Die van u goede gunst weer moet gebetert zyn:Ga naar voetnoot80
Ghy hebt hem eerst gequetst, ghy moet hem oock genesen,
Ghy hebt hem eerst gequetst, ghy moet de Artsney wesen;
Recht als het yzer van Achilles Lancy was,Ga naar voetnoot83
Die Prinçen wonden, en de selfde weer genas.Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Hoe bloosdy dus Vrou-Bruyt? wat meughdy u bedwingen?Ga naar voetnoot85
Ick sie wel dat de Min wil uyt u oogjes springen,
Om 't minneloos ghelaet niet meerder nu en peynst.Ga naar voetnoot87
Wech met de kouwde grijns, 't is langh ghenoech gheveynst,Ga naar voetnoot88
Siet hier de lieve Nacht, betorst en wel befackelt,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Wat popelt u ghemoet? hoe sit ghy dus en quackelt?Ga naar voetnoot90
Wech met de doode vrees, ghy hebt in 't minst geen noot,Ga naar voetnoot91
Ghy sult gaen sterven nu die over soete doot:Ga naar voetnoot92
Ick wedt ghy sult hier na het onghewoone leven,Ga naar voetnoot93
Voor uwen Maachdom niet in Wissel willen gheven.Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Wat is die Maachdom doch? de spitse vande lienGa naar voetnoot95
En heeft de Maachdom noyt met ooghen eens ghesien.
O Maachden! siet ghy niet die oversijtsche loncken,Ga naar voetnoot97
O Maachden! siet ghy niet den Bruygom Minne-droncken?
(Staet op) o soet gheslacht! gheeft haer den lesten soen.
100[regelnummer]
Het over blijfsel sal den Bruydegom wel doen.Ga naar voetnoot100
Gaat aan Speel-noots, gaat aan, wilt haer te bedde leyden,Ga naar voetnoot101
Den Bruyd'gom sal terstont van al 't Geselschap scheyden:
| |
[pagina 95]
| |
Sy rijst, sy staet, sy coemt, sy pieraarst, neen sy gaet;Ga naar voetnoot103
Comt morghen ons doch by, maar in een ander staat;Ga naar voetnoot104
105[regelnummer]
Comt morghen ons doch by, vertrect dan dese MaachdenGa naar voetnoot105
Hoe dattet u staet an, hoe dattet u behaachden.
Gheluckich Ouders die 'tghewenschte houw'lijck siet,
Gheluckich boven al die dit gheluck gheniet,
Wy wenschen dat u God soo veel vreuchde wil gunnen,
110[regelnummer]
Alsmen op d'Aarden-creyts beleven souwde kunnen:Ga naar voetnoot110
Wy scheppen uyt u heyl int minste gheen verdriet,Ga naar voetnoot111
Soo wy betuyghen met dit nieuwe Bruylofts-Liet:Ga naar voetnoot112
|
|