Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
V Aenspraeck Vanden Oom tot de Nicht
Stem: Helaes! Amour vvat gaet my aen?
Nifjen, Nifjen, o gy dingh!
Wilje noch niet aen het knechje?Ga naar voetnoot2
Klufje Klonters susterlinghGa naar voetnoot3
Sprackme lestent: hoort iens BrechjeGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Het! hoe legje staegh en neyt?Ga naar voetnoot5
Datsen Vryster! datsen Meyt!
Soo men moer! wel immers kijnt,Ga naar voetnoot7
Klufje kalde veul van Marten,Ga naar voetnoot8
't Is wongder (sey sy) hoe hy 't pijnt,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Soo lief hetty jou van herten:
Brechje, sit hy staech en seyt,Ga naar voetnoot11
Datsen Vryster! datsen Meyt!
Heer! die knecht is soo estelt,
Datsen hooft draeyt as ien meulen,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Sen Peet hetme soo veul vertelt,
Spullen soumer wel of speulen,Ga naar voetnoot16
Brechje leyt hy snachts en greyt,Ga naar voetnoot17
Datsen Vryster! datsen Meyt!
| |
[pagina 57]
| |
Is Marten murru, 't is gien noot,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Hy het Apen en Meerkatten:Ga naar voetnoot20
Sen Peet hetme sen goet egroot,Ga naar voetnoot21
't Is een Boom vol Spaensche Matten:Ga naar voetnoot22
Gaeje Niffje, ierje scheyt?Ga naar voetnoot23
Datsen Vryster! datsen Meyt!
25[regelnummer]
Seght Kees Jong Kees, en Klaes Kloet,
Datser spillen vry op steken:Ga naar voetnoot26
Van Proost, van Pronck, noch van Jaep Soet
Daer wil ick niet iens van spreken,
Siet dat jyer iou uyt dreyt,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Datsen Vryster! datsen Meyt!
Je hebt op Bartje sin estelt,
Maer wat souwjer me beginnen?
Marten die het langt en gelt,
Dat en hoeftmen niet te winnen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Ick raeje, datje noch wat beyt,Ga naar voetnoot35
Datsen Vryster! datsen Meyt!
Bartje (seghje) is ien geest,Ga naar voetnoot37
Die zijn weetje weet, te weten,Ga naar voetnoot38
Dat hy moytjes schrijft en leest,
40[regelnummer]
Gaet daer iensjes wat van eten!Ga naar voetnoot40
Nicht bedwinght iou sinlijckheyd,Ga naar voetnoot41
Datsen Vryster! datsen Meyt!
| |
[pagina 58]
| |
Brechje, vollight jy mijn leer,Ga naar voetnoot43
Laet iou Bartje niet bekallen,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Wijsheyd, Godsvrucht, Deught, en Eer,
Is by Rijckdom niet met allen,Ga naar voetnoot46
Siet dat niemand iou verleyt,Ga naar voetnoot47
Datsen Vryster! datsen Meyt!
Inde Stadt en op het langt,
50[regelnummer]
Word de Rijckdom miest epresen:Ga naar voetnoot50
Ter werreld is gien mierder schangt,Ga naar voetnoot51
Als beroyt van geld te wesen:
Geeft Marten tavend goed bescheyd,Ga naar voetnoot53
Datsen Vryster! datsen Meyt!
|
|