Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
Eer-DichtWaer zyt ghy Romen met u Dichten? ô Athenen!
VVarwaerts verschuyld ghy u? wel hoe! sydy bedeest?
Verschijnd, en komt her-voor; met aendacht singt en leestGa naar voetnoot3
Dit soet-vloeyend' Gerijm, 't geen wy u niet ontlenen.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Bejaerde Grysaerts, die de lust niet is verdwenen
Om 't lieffelijck Gesang te uyten, en u Geest
Te senden hooger als oyt sterflyckx is geweest:Ga naar voetnoot7
Hier vind ghy stof, ja meer, ja meer als ghy sult meenen.Ga naar voetnoot8
Ghy Nimphjes van ons Eeuw, u noodigh ick, met een,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Om met dijn Minnaers aen de Groote Bron te rusten,
En daer u Zieltjes eens te laven, en verlustenGa naar voetnoot11
Met Minnelijck Gesangh, of Boertigh Ongemeen.Ga naar voetnoot12
Vraeght niet wie dat u nood, 't is brero een Hollander,Ga naar voetnoot13
Der Rijm'ren pronck, die was, is, en blijft sonder ander.Ga naar voetnoot14
I.I. Scheep-maker.Ga naar voetnoot-
|
|