Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
Lof-DichtZind Garbrand Bredero de wereld is gesturvenGa naar voetnoot1
Heeft zijn ver-Eeuwde Geest hier zonder lijf geswurven,Ga naar voetnoot2
En drong somwylen ons met aengenaam geluyt
Ter ooren in, dan vloogh flucx tot den mond we'er uyt:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Zulks dat wy van hem slechts met de gedachten spraken,Ga naar voetnoot5
Dan d'ooghen mochten haar met Brero niet vermaken,Ga naar voetnoot6
Waar elck misnoeghden aan, en lasterde den dood.Ga naar voetnoot7
Cornelis vander Plas (wien dit verlies verdroot
Op 't alder-zeerste) tradt na 't Outaar der Poëten,
10[regelnummer]
En heeft de Lauwerier met armen op-gesmeten,Ga naar voetnoot10
De vlam doen blakeren tot boven by de Goon,
Zijn' yv'righe Gebeen (meer als zy wel gewoonGa naar voetnoot12
Van Menschen waren) so ten Hemel op doen steyg'ren,
Dat zy beweeght, hem niet zijn bede konde weyg'ren,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
En deden Breroos geest, ons alle tot gerijf,Ga naar voetnoot15
O wonderlijcke saak! weer keeren in dit lijf,Ga naar voetnoot16
Dat vander Plassen ons komt mildelijcke gheven,
Daer zy herboren in sal eeuwelijcke leven.Ga naar voetnoot18
|
|