N. Sapegno, Matteo Bandello. In: Dizionario biografico degli Italiani. Dl. 5. Roma 1963, blz 667-673.
D. Scabaelje, Spel des Gheschils tot Athenen. Amsterdam 1617.
J.B. Schepers, Bredero's Liefde voor Margriete. TL 15 (1905), blz. 113-123.
J.B. Schepers, Breero en de Bruin-ogen. TL 15 (1905), blz. 273-280.
J.B. Schepers, Bredero's liefde voor Margriete, de grote stuwkracht van zijn kunst, met vele nieuw gevonden sonnetten en liederen. NG 28 (1913) I, blz. 574-613, 699-726.
J.B. Schepers, Bredero en Tesselschade. NG 32 (1917) II, blz. 413-434.
J.B. Schepers, Lichtvaardig onderzoek inzake Bredero. NG 34 (1919) I, blz. 894-907.
J.B. Schepers, Terug van een dwaalspoor. NG 39 (1924) II, blz. 150-162.
J.B. Schepers, De twaalf sonnetten van de Schoonheyt (van Bredero). NG 39 (1924) I, blz. 734-748.
J.B. Schepers, De tijd van ontstaan van enkele verzen van G.A. Bredero en die van 't ‘Geestigh Liedtboexken’ en andere uitgaven. In: Berichten en Mededelingen van de ‘Vereniging van Leraren in Levende Talen’ nr. 45 (december 1926), blz. 8-11.
J.B. Schepers, Nieuws over de jonge Bredero, NG 42 (1927) I, blz. 640-652.
J.B. Schepers, Drie zeventiende eeuwse dichters. Een bijdrage tot de kennis van Bredero. In: Levende Talen 1931, blz. 194-206.
J.B. Schepers, Bredero en de Klassieken. In: Levende Talen 1932, blz. 208-222.
J.B. Schepers, Bredero's jeugdwerk en jeugd. NG 47 (1932) I blz. 481-495, 609-618; II, blz. 3-17.
J.B. Schepers, Bredero-dilemma. Margriete dezelfde als Tesselscha? NG 51 (1936) II, blz. 479-482.
F.W.V. Schmidt, Balladen und Romanzen der deutschen Dichter Bürger, Stollberg und Schiller. Erläutert und auf ihre Quellen zurückgeführt. Berlin 1827.
C.P. Serrure, Marten Everaert, van Brugge. In: Vaderlandsch Museum 2 (1858), blz. 453-462; 3 (1859-1860), blz. 130-138; 4 (1861), blz. 363-368; 5 (1863), blz. 311-316.
D. Stone Jr., Belleforest's Bandello: A bibliographical study. In: Bibliothèque d'Humanisme et Renaissance. Travaux et documents 34 (1972), blz. 489-499.
G. Stuiveling, Memoriaal van Bredero. Documentatie van een dichterleven. Culemborg 1970 (1975).
R. Sturel, Bandello en France au XVIe siècle. In: Bulletin italien 13 (1913), blz. 210-227, 331-347; 14 (1914), blz. 29-53, 211-235, 300-325; 15 (1915), blz. 2-17, 56-73; 16 (1916), blz. 71-93; 17 (1917), blz. 89-95; 18 (1918), blz. 1-27.
R. Telle: zie Inleiding II B.
Ch. M.T. Thys, Le Chapitre de Notre-Dame de Tongres. In: Annales de l'Académie d'Archéologie de Belgique, 43 (1887), blz. 229 en 44 (1888), blz. 364.
J.F.J. van Tol, Bredero's ‘Moortje’, zijn Franse bron en Van Ghistele. TTL 19 (1921), blz. 5-29, 100-109.
L. Torrentius, Correspondance. Ed. M. Delcourt et J. Hoyoux. 3 dln. Paris 1950-1954.
J.H.W. Unger, G. Az. Brederoo. Eene bibliographie. Haarlem 1884.