Vertaalde gedichten
(1981)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 276]
| |
De rampzalige jonkvrouwDe vierde Historie van Deel VI is de geschiedenis van de ‘Wreede ende grouwelicke Daden van sommighe Borgers teghen een seker Ionck-vrou, met het verhael 't ghene daer over gevolght is’ (blz. 217-289).
Hierin komt één enkel citaat uit Sofokles voor, waarin gewaarschuwd wordt tegen de ‘ledicheydt’ die uiteindelijk de oorzaak is van vele rampen, ook van de in deze historie verhaalde: | |
[pagina 277]
| |
XXXIVLa vaine oisiueté n'engendre rien de bon,
Et le Dieu tout puissant ne veut nulle saison
Assister à l'oiseux.
| |
XXXIVDe yd'le ledicheydt noyt eenich goedt en baert,Ga naar voetnoot1
End' God almachtig is doch van alsulcken aertGa naar voetnoot2
Dat hy een ledich mensch te geener tydt wil helpen,Ga naar voetnoot3
|
|