had uit mijn column voorgelezen. ‘Het gaat om de passage waarin je schrijft dat als je Bouterse wilt uitschakelen, je dat in je eentje zal moeten doen. Ik neem aan dat het uit zijn verband is gerukt, maar dan weet je het.’
Inderdaad uit de context gelicht, zou ik willen zeggen. Het betreft het citaat van oom Frans, die zei het niet zo slim te vinden dat samenzweerders gezamenlijk het plan hadden opgevat Bouterse te liquideren, omdat Bouterse zich goed had ‘ingegraven’ in de samenleving. Volksmenner De Freitas is wel zo slim geweest dat laatste weg te laten. Wat nu wordt overgebracht, is een liquidatiehandleiding van een journalist die het zogenaamd niet op Bouterse heeft.
Toen ik de bewuste passage tikte, heb ik een poos getwijfeld. Ik realiseerde me dat deze op de een of andere manier misbruikt zou kunnen worden. Maar hier zou zelfcensuur uit lijfsbehoud leiden tot het verzwijgen van de realiteit.
‘Je had niet verwacht dat het zo snel zou gaan, hè,’ informeert een bezorgde collega, doelend op mijn status van persona non grata. In het interview dat de Volkskrant met mij had voor ik remigreerde naar Suriname, verklaarde ik te willen bijdragen aan de nationale dialoog die het versplinterde Suriname broodnodig heeft. ‘Desnoods moet ik zelfcensuur toepassen,’ zei ik. Maar op deze manier valt er geen eer te behalen. Immers, een ndp-opvatting luidt: ‘Bouterse is Suriname.’
In die hoedanigheid wil hij nog altijd dicteren. Het weergeven van andere meningen en visies, wordt algauw opgevat als ‘anti-nationalistisch’ of ‘destabiliserend’. Laat staan dat je stelt dat hij het land regelrecht naar de filistijnen helpt. Toch heb ik wel degelijk zelfcensuur toegepast. Oom Frans gaf namelijk ook de ‘meest effectieve’ methode aan om Bouterse in je eentje uit te schakelen. Ik vond het te ver gaan dat letterlijk op te schrijven. Hier stelde ik voor mezelf de grens van de vrije meningsuiting, niet in de laat-