die ik vertelde dat ik niet meer vooruit te branden was, stelde me gerust. ‘Komt door de hitte, je komt nauwelijks aan werken toe,’ zei hij achteloos, zich niet realiserend dat hij me behoorlijk opmonterde.
Het is een hele troost te vernemen dat met mij velen na twaalf uur 's middags voor pampus liggen. Sindsdien probeer ik tussen halfzes en zes uur op te staan, en al om zeven uur aan de slag te zijn, zodat ik tegen elf uur - als de eerste hittegolven binnendringen - er al een halve werkdag op heb zitten. Daarna neemt je werktempo rap af en blaast de ventilator je alleen nog maar warme lucht toe.
Als de lusteloosheid toeslaat, verdwijn ik in de hangmat onder de schaduw van de mangobomen en geef ik me over aan het tempo van een tropisch land. Het is niet aan te raden om midden op de dag, als de zon op zijn hoogst staat, op straat te zijn, want in Paramaribo bevinden de bomen zich voornamelijk in de tuinen. De straten zijn een hete hel. Zo kun je al fietsend plotseling zonder een greintje energie komen te zitten, als een auto zonder benzine. Die timing heb ik nog niet geheel onder de knie, zodat ik mezelf vaak onnodig uitput.
De keren dat ik griep had in Nederland, kan ik op mijn vingers tellen. Hier in Suriname ging ik binnen anderhalf jaar maar liefst vier keer voor de bijl. Gisteren was het weer zover. Van het ene moment op het andere doemt er dan een koppijn van het kaliber migraine onder je hersenpan op, en je voelt spierpijnen in je hele lichaam. Niets rampzaliger dan griep als het buiten vijfendertig graden is en binnen nog warmer.
Helaas heb ik nog niet kunnen genieten van de voordelen van de airco, want het wachten is op een specialist die hem komt monteren en aansluiten. En in Suriname laten specialisten - bij gebrek aan concurrentie - nogal lang op zich wachten. Maar het belangrijkste is dat ik de buit binnen heb.
Aangezien ik geen hap te eten in huis had, heb ik me, on-