Enkele reis Paramaribo. Terug in Suriname
(2000)–Iwan Brave– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 83]
| |
teressant vond ik de stelling dat mensen die zelfverzekerd zijn, succes bij zichzelf zoeken en ieder falen buiten zichzelf, en dat onzekere mensen dit andersom doen. Onzekere mensen kunnen zelfs na tien jaar van uitsluitend succes bij een eerste tegenslag zeggen: ‘Zie je wel, ik kan het niet, ik had al die tijd gewoon de wind mee.’ Het ingebeelde-lelijkheidssyndroom kan zulke ernstige vormen aannemen dat mensen contactgestoord worden en zichzelf afsluiten van de buitenwereld. De psycholoog trachtte deze mensen uit hun schulp te krijgen. In Suriname vertoevend, moet ik geregeld aan deze psycholoog denken. Hij zou hier een tegendraadse versie van zijn patiënten aantreffen. Dit landje lijdt aan ingebeelde minderwaardigheid, maar zoekt de aaneenschakeling van sociaal-maatschappelijke mislukkingen geheel buiten zichzelf. En dat dit doorgaans gepaard gaat met een chronisch gebrek aan zelfkritiek, bewees de algemene beroering die verleden week ontstond naar aanleiding van een tv-uitzending van Nova. Het ging over de vermeende betrokkenheid van het Surinaamse leger en ‘adviseur van staat’ Bouterse bij drugshandel. Ter illustratie werd de Surinaamse vlag vertoond met een witte substantie - cocaïne voorstellende - erop geprojecteerd. Nou, zowat de hele Surinaamse natie stond op zijn achterbenen te steigeren. Vriend en aartsvijand vormden één blok tegen het ‘besmeuren van ons nationale symbool’. Via de Nederlandse ambassadeur eiste de minister van Buitenlandse Zaken maatregelen tegen Nova, maar vooral tegen de voormalige defensieattaché, kolonel Siem van Nugteren, die zojuist vijf tropenjaren in Suriname achter de rug heeft. Van Nugteren had allerlei lelijke dingen over het Nationaal Leger gezegd. Een overkoepelende vakbond riep de Surinaamse burger op fel te protesteren richting Nederland. Enkele dagen daarvoor was de most valuable player van het nationale voetbalteam met vierhonderd gram cocaïne | |
[pagina 84]
| |
in zijn schoen - oudste truc in films - op Schiphol gearresteerd. De voetballer was uitgeroepen tot ‘meest waardevol’ nadat de nationale helden de Suriprofs met 1-0 hadden verslagen. De prijs was een vliegticket naar het paradijs Nederland. Op de tribune werd al gezegd: ‘Die zie je nooit meer terug.’ En warempel. Gek genoeg werd in al die commotie niet de kritische vraag gesteld wie die speler en daarmee het nationale team - nog zo'n nationaal symbool - zo heeft kunnen besmeuren. Ook de Surinaamse media reageerden beledigd. Het doorgaans kritische radiostation abc riep de eindredacteur van Nova min of meer op het matje. ‘Programmamaker van Nova begrijpt commotie rondom vlag niet,’ werd de luisteraar van tevoren meegedeeld. Enkele dagen later opende De Ware Tijd met: ‘Nederland treedt niet op tegen media.’ Een merkwaardige formulering voor een krant die regelmatig onder vuur wordt genomen door ondemocratische geesten, die nog altijd in Suriname rondwaren en de media graag ‘beknot’ zien. Je zou toch eerder een kop mogen verwachten in de trant van: ‘Nederland eerbiedigt persvrijheid.’ Al was het maar om de gelegenheid aan te grijpen die geesten erop te wijzen hoe het in een rechtsstaat gaat. Ook toen enige tijd geleden op Schiphol drugshonden werden ingezet bij de ‘Suriname-pier’, was de algemene verontwaardiging niet van de lucht. ‘Mensonterend zoals Nederland bloedhonden inzet op onschuldige Surinaamse burgers.’ Met dergelijke termen werd het volk voorgelicht door de politiek en de media. Nederland moest naar zijn eigen hasjrokers kijken, om nog maar te zwijgen over de doorgevoerde irt-xtc, waarop Engeland tot het derde millennium kan door deinen. Geen moment rees de vraag: ‘Hoe heeft het zover kunnen komen dat ze ons ontvangen met bloedhonden?’ Of: ‘Wie zijn die verderfelijke sujetten die zelfs nietsvermoedende bejaarden uit het binnenland - die voor het eerst | |
[pagina 85]
| |
van hun leven in een vliegtuig zitten - gebruiken als drugskoerier?’ Evenmin hoorde men: ‘Hoe heeft het zover kunnen komen dat ons nationale symbool wordt besmeurd?’ Suriname zit kennelijk zo vol ingebeelde schoonheid dat er geen ruimte is voor introspectie. Ik heb wat voorwerk voor de psycholoog verricht, en om me heen geïnformeerd waar die houding toch vandaan komt. Het leverde een paar interessante verklaringen op. Eén antwoord is afkomstig van iemand die Nederland destijds voor Suriname verruilde en alweer aardig wat jaren meedraait in de hoog-ambtelijke molen. Zij en haar echtgenoot zeiden vlak voor de grote economische neergang ‘ja’ tegen het toen nog redelijke gezamenlijke inkomen van drieduizend Surinaamse gulden per maand, dat binnen de kortste keren omgerekend honderd Nederlandse gulden inhield. Maar ze beten door de zure appel heen. ‘Surinamers letten meer op de vorm dan op de inhoud,’ vertelt ze. ‘Als je hier een brief verstuurt zonder officieel briefhoofd, dan is zo'n brief waardeloos en wordt hij terzijde gelegd, zonder dat er nader wordt ingegaan op de inhoud. Zo'n detail speelt in Nederland geen rol. Ook als je een directeur pas op de allerlaatste dag van je planning te spreken krijgt, kun je het niet maken om eerder met een ondergeschikte te spreken. Ook al loopt de hele planning in de soep; eerst dient de directeur geraadpleegd te worden, anders krijg je niets voor elkaar.’ Enkele dagen na het incident met de besmeurde vlag schoot een militair met scherp op een groep eigenwijze Nederlandse toeristen, die toch het militaire kampement in Albina filmden. De toeristen moesten rennen voor hun leven. Een van hen werd in de schouder geraakt. Over deze vorm van ijver en toewijding van de militair brak geen volksverontwaardiging uit. Nee, eigen schuld dikke bult, er was toch gezegd dat ze niet mochten filmen. Tja, dat het Nederlandse oud-militairen waren die nostalgische herinneringen uit de jaren zestig kwamen opsnuiven, | |
[pagina 86]
| |
dat doet er niet toe. De combinatie Nederlanders en snuiven ligt sowieso gevoelig. Dat hadden ze kunnen weten. Ik besloot een bezoek te brengen aan oom Frans, zoals altijd als ik even geen vat krijg op de Surinaamse volksgeest. Ook hij vond dat de hele natie over één kam is geschoren met de actie van Nova. Over de ‘rancuneuze’ kolonel Van Nugteren zei hij: ‘Dat president Wijdenbosch hem niet heeft gedecoreerd, zoals gebruikelijk is als een attaché opstapt, is ongepast. Een plagerijtje dat door Bouterse is ingefluisterd. Maar de man heeft toch ook veel gastvrije Surinamers ontmoet die het hem al die jaren naar de zin hebben gemaakt, en dan geef je de hele natie een trap na. Een militair mag dat niet doen.’ Over zelfkritiek zei oom Frans: ‘Dat niemand wat over de rol van het leger durft te zeggen, komt voort uit overmacht. Dus blijft alleen het symbool van de natie over waar je je druk over kan maken.’ Ten tijde van de drugshondenaffaire ontmoette ik een zelfkritische Surinamer, die zich ergerde aan de ‘poppenkast’: ‘Nederlanders zijn erg gevoelig als ze beticht denken te worden van paternalistisch gedrag, en daar maken we misbruik van door zo emotioneel te reageren, want de Nederlander zal altijd de boel willen sussen met: “O nee, sorry, zo is het niet bedoeld.” Nederland moet gewoon een keer tegen Suriname zeggen: “Je doet het niet goedje lost het maar op, anders bekijk je het maar.” Maar het is ook de schuld van de Nederlander, die al die eeuwen nooit de moeite heeft genomen de Surinamer te leren kennen. Hoeveel weet een Nederlander nou werkelijk over Suriname? Niets toch?’ Wellicht ligt hier een mooie taak voor een relatietherapeut.
2 augustus 1997 |
|