straathonden, waarvan Suriname er te veel heeft, ze meestal voor geweest. Het resultaat is dat overal op straat kapotte zakken liggen met al het afval eromheen. Sommige bewoners hebben er wat op bedacht: ze hebben plateaus op palen getimmerd waarop de vuilniszakken worden geplaatst. Maar waar de honden niet bij kunnen, daar klauteren de ratten moeiteloos naar toe. De ratten gaan zo tekeer dat ik aanvankelijk dacht dat mensen hun vuilnisbak gewoon op de plateaus leegkieperden. En om in de hete zon rottend vuil op borsthoogte te moeten passeren, is minstens zo onaangenaam als over een berg vuil heen stappen.
De ratten van Paramaribo zijn indrukwekkend, zowel qua formaat als in aantal. Een keer, toen de zon al bijna onder was en ik een vuilnisplateau naderde, kon ik mijn ogen niet geloven. Als een grijze waterval van ziekte en verderf verlieten de ratten en masse het plateau.
De hoeveelheid vuil in en rond Paramaribo fascineert me. Soms, als ik bij een open veld aankom, kan ik er minuten naar kijken en dan vraag ik me af hoe meer dan tien jaar afvalophoping ooit nog opgeruimd kan worden. In de buitenwijken functioneert menige berm als dumpplaats, en in delen waar men nooit aan bouwen is toegekomen, lopen straten dood in een afvalberg die vaak een fossiele vorm heeft aangenomen.
Plastic is eveneens verstikkend veel aanwezig. In Suriname zit om elke aanschaf plastic, en iedereen mietert het op straat. Na mijn jaren in Holland moet ik eraan wennen dat ik nergens met mijn batterijen terecht kan. Vooralsnog kan ik ze niet weggooien, want ik weet wat dat aanricht.
Tijdens een interview voor een artikel over ondervoeding, sprak ik een diëtiste van het Bureau Openbare Gezondheidszorg. Zij zei dat Surinamers nog veel kunnen verbeteren aan hun eigen voedselvoorziening. Bijvoorbeeld door zelf groenten en fruit te verbouwen. ‘Ik moet erbij vermelden dat wij Surinamers lui zijn. Zolang we niet