Derde tafereel.
Avond (in het klooster).
Beatrijs komt van rechts, met donkere cape, loopt rond en verschikt hier en daar wat. Knielt voor het Mariabeeld.
(bidt)......
Ik kan het niet langer uithouden, ik kan niet meer zonder hem, ik heb het zoo geprobeerd; maar het was alsof God zelf wilde, dat hij me terug zou halen; ik heb gevast en gebeden; nacht en dag heb ik U, Moeder Gods, mijn nood geklaagd, en het heeft me niet mogen baten; ik zou niet langer bij zinnen blijven, als ik nog langer hier bleef. Vergeef me, Maria, vol van genade, de zonde die ik ga begaan; ik kan niet langer in dit kleed blijven: voor U leg ik mijn kap neer, voor U leg ik mijn kleed neer, voor U leg ik mijn sandalen neer. En deze grove mantel die ik droeg, toen ik hier aan kwam, zal ik weer omslaan. Ik ga weer het leven in, ik kan niet zonder het leven. Gegroet, Maria, vol van genade, Ave Maria.
(Beatrijs slaat mantel om, kijkt om zich heen, verschikt nog wat en gaat naat de deur toe).
Ave Maria.
(Beatrijs gaat de deur uit).
(Maria legt haar blauwe mantel af, en trekt de kleeren van Beatrijs aan, sluit de deur en gaat rechts af.)
Bij opvoering in een zaal kan het tafereel eindigen als Beatrijs de deur uit gaat. Dat Maria de kleeren van