Schalmeye, inhoudende veel geestelijcke liedekens
(1614)–Marijn de Brauwer– AuteursrechtvrijOp de wyse: Veni Creator Spiritus.MYn Ziele looft den Heer uyt alle uwe kracht Ga naar margenoot+
Die u in zyner wooninghe heeft ghebracht Ga naar margenoot+
Dach ende nacht wilt danc bewijsen Ga naar margenoot+
Die Ziel en Lijf kan spijsen
Wilt hem doch prijsen Ga naar margenoot+
Ghy sijt wel prysens weert, o lieve Heere mijn
want ghy sijt mijn Ziel een medecijn Ga naar margenoot+
Oly en wijn na schrifs vermonden Ga naar margenoot+
Goot ghy in onse wonden, Ga naar margenoot+
Wiest af ons sonden. Ga naar margenoot+
| |
[pagina 330]
| |
Wie heeft doch meerder barmhertigheden gedaen
Dan ghy o rechten Samaritaen
Ga naar margenoot+ ons by gestaen ons schult ghedragen
Ga naar margenoot+ Die wy ten eeuwigen dagen
Ga naar margenoot+ Mosten beklagen.,
Ga naar margenoot+ U moeten wy wel prijsen, o Heere boven al
Ga naar margenoot+ Die ons heeft genesen van Adams val
Ga naar margenoot+ Int jammer dal, zijt ghecomen
Ga naar margenoot+ En hebt ons aen genomen
Ga naar margenoot+ Wt dat verdomen.
Ga naar margenoot+ Want al wat // dat // de Wet niet en vermocht
dat heeft Christus met zijn doot volbrocht
Ga naar margenoot+ dat schaep gesocht dat was verloren
Ga naar margenoot+ Om ons te vrijden al vooren
uyt Godts toren.
Ga naar margenoot+ Ghy hebt dat hantschrift geweert tot onsen behoet
Ga naar margenoot+ En voor ons allen gestort u bloet
Den Vader goet ghestelt te vreden
Ga naar margenoot+ De Wijn Persse getreden
En vele gheleden.
Ga naar margenoot+ Om ons te bevryden uyt den eeuwighen noodt
| |
[pagina 331]
| |
So waert ghy o Heer de doot, een doot Ga naar margenoot+
dit vintmen bloot seer klaer geschreven Ga naar margenoot+
En ons sonden vergeven Ga naar margenoot+
Op dat wy leven.
Wie heeft meerder liefde soo ghy o Heer vertelt Ga naar margenoot+
Dan die zijn leven voor zijn schapen steldt
sDuyvels gewelt hebt gy gewroken Ga naar margenoot+
Die zeven zegels gebroken Ga naar margenoot+
Dat Boeck ontloken
Want soo lief hadde God de Werelt ydoon
Dat hy Christus zynen sone schoon, Ga naar margenoot+
uyt zynen Troon hier heeft gesonden Ga naar margenoot+
Den sterken man gevonden Ga naar margenoot+
En vast gebonden Ga naar margenoot+
Ghy hebt voor ons o Heer so veel gheleen Ga naar margenoot+
Ende den Duyvel zynen cop vertreen Ga naar margenoot+
Voor ons gebeen, in u verklaren Ga naar margenoot+
dat ons God der heyrscharen Ga naar margenoot+
Soude bewaren.
O Princelijck God vol alder heerschappijen Ga naar margenoot+
die voor des werelts begin was versien Ga naar margenoot+
| |
[pagina 332]
| |
Ga naar margenoot+ Ten laetsten tyen, vertoont int wesen
Ga naar margenoot+ En met u bloet gepresen
Ons al genesen.
Schict u naer den tijdt. |
|