Schalmeye, inhoudende veel geestelijcke liedekens(1614)–Marijn de Brauwer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina IV] [p. IV] Klinck-dicht MYn ziele looft de Heer, alsoo David ghewaeght, Alles niet en vergheet, wat hy goedts heeft bewesen, Reyn heeft hy u ghemaeckt van al dat hem mishaeght, Yvert in 's Heeren Lof, ghy die zijn Naeme draeght, Neemt dees Schalmeye klaer, speelt int herte gheresen, Dat den Schepper mach sijn van zijn schepsel gepresen En groot mach zijn gemaeckt zijnen Heyligen Name Breydet uyt zijn eere, en laet niet af van desen, Roemt, singht, en speelt, den Heer in 't Hert bequame, Alleene droegh hy ons zonden op zijn Lichame. Verkondight zijnen Lof, verbreydt al zijne deughden, Want door sijn wonden root, bracht hy ons al uyt blame En door zijn doot int leven looft den Heer met vreuchden Recht komt hem dat toe van oud' en jonghe jeuchden. Schict u naer den tijdt. Vorige Volgende