[Willem Josephus van Zeggelen]
Zeggelen (Willem Josephus van), geb. 15 Sept. 1811 in Den Haag; hij werd opgeleid aan de drukkerij der firma Gebroeders Giunta d'Albani, waarvan hij na zijn huwelijk deelgenoot en later mede-eigenaar werd. In 't midden van een hoogst werkzame jonkheid oefende hij zich in de letteren, dichtte een en ander, totdat hij in zijne richting eene oorspronkelijkheid openbaarde, die wel ‘nagezongen’, doch niet geëvenaard werd, en waarvan hij niet zelden met goeden uitslag afweek, als de levensernst hem tot het kiezen eener andere dichtsoort noopte. Hij was een der ‘Oudsten’ van ‘Oefening kweekt Kennis’; in 1848 ging hij, die katholiek van geboorte was, tot de Hervormden over. Hij overl. in de hofplaats, 16 Febr. 1879.
Hij schreef: Pieter Spa naar Londen, Dordr. 1838; De Valkenvangst, 's-Hage 1840, 6 drukken; Pieter Spa naar Amsterdam, Dordr. 1841, 10 dr.; Eene avondpartij, Dordr. 1842, 6 dr.; Lach en luim, Haarlem 1846; Kijkjes in 't leven, Haarlem 1848; in 1851 verscheen eene nieuwe uitgave van te Haarlem in 4 bandjes, onder de titels van 1. Vrolijke schetsen, 2. Luimige verhalen, 3. Lach en luim en 4. Kijkjes in 't leven. Verder verscheen van hem Hoofd en hart, Haarlem 1855. Nadat Kruseman zijn fonds had verkocht verscheen te Leiden in 1859 eene nieuwe uitgave in 8 dln. onder den algemeenen titel: Van Zeggelen Gedichten, en onder afzonderlijke titels: 1. Luimige verhalen; 2. Vrolijke schetsen; 3. Licht en bruin; 4. Lach en luim; 5. Kijkjes in 't leven; 6. Hoofd en hart; 7 Stukjes uit den vreemde en 8. Sprokkels. Eene nieuwe uitgave verscheen in 1868 en eene volks-uitgave in 1876. De menschenhater, in verzen vertaald naar le Misantrope van Molière, Haarlem 1872. In proza: de levensberichten zijner vrienden S.J. van den Bergh en P.T. Helvetius van den Bergh, in de Hand. van Letterk., 1869 en '74.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1879.)