Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Cornelia Lubbertina van der Weyde]Weyde (Cornelia Lubbertina van der), gedoopt in Den Haag 15 Febr. 1767, leerde in den tijd dat de Vaandrig Witte, zie art., op de Gevangenpoort zat en door zijne mede-vaandrigs Van Zuylekom en hunne zuster Maria bezocht werd, ook den aldaar bij vonnis van 7 Oct. 1789 tot 25-jarige gevangenis veroordeelden Jean Henri de Villattes, zie blz. 828, kennen. De jongelieden trouwden 8 Febr. 1795 in de Kloosterkerk, en 14 dagen later op 't Stadhuis en onder den vrijheidsboom. Hunne oudste dochter, geb. 1 Febr., werd gedoopt te Nieuwendam 23 April 1794, hunne tweede, geb. 13, - ged, 15 Nov. 1795, was reeds in het sterfjaar van haar Vader overleden. De moeder, naar den stijl van dien tijd, in ‘de Hollandsche Bastille’ of - in navolging van een der andere gevangenissen van het schrikbewind de verloofde van een politiek-veroordeelden geworden, - overleed te Leiden ‘op de Bredestraat in het Gangetje’, 6 Oct. 1808, en deed in hare jonge jaren ook een weinig aan de romantiek. Van haar is gedrukt: Italië, het land der liefde, of brieven door Mynheer van D. aan Mej. van R., gedurende zijne reize naar Italiën, en eenige antw. op dezelven, Rott. 1794; Henry en Louize. Eene Nederl. gesch. in gemeenzame brieven, 2 dln., Leiden, 1794; Vrugten van mijnen Geest of keur van verschillende Bloemen, ald. 1797. |
|