Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Mr. Jean Henri des Villates]Villates (Mr. Jean Henri des), uit eene aanzienlijke en in de zeventiende eeuw herwaarts gekomen Fransche familie afstammende, werd in Den Haag geb. en daar in de Groote kerk gedoopt, 10 Juli 1757, prom. in de rechten te Leiden, werd secr. der desolate-boedelskamer te Amst., voegde zich bij de patriotten en vestigde zich in 1787 op zijn buitenverblijf onder Hillegom. Door deelneming in eene samenspanning met de uitgewekenen en tegen den Prins, geraakte hij voor 25 jaar op de Gevangenpoort, doch werd in 1795 in vrijheid gesteld. Daar hij deze ‘staatsgevangenis’ deelde met den ‘vaandrig’ J.E. de Witte, z.a., maakte hij kennis met diens verloofde M. v. Zuylekom, z.a., en hare vriendin C.L. van der Weyde, z.a. Beide dames beoefenden de sentimenteele letterkunde en hij werd de bijzondere leerling der laatstgenoemde, die hij in Febr. 1795 kerkelijk, daarna ‘onder den vrijheidsboom’ trouwde, en toen in Den Haag uitgever werd. Door zijne familie verstooten wegens zijne democratische denk- en handelwijze, trok hij reeds in 't volgend jaar naar Burg-Steinfort, en overl. daar, 14 Maart 1797. Over zijn letterarbeid zie men het art. zijner vrouw en bijzonder het opstel van Prof. J. ten Brink in de Opr. Haarl. Ct. van 31 Mei 1887, nr. 124. Tot zijne geschr. behooren: Brieven over wijsg. en andere onderwerpen, [ook over het IJzeren. Masker]. Niet vertaald, 's-Grav. 1795; Karel of de dankbare vondeling, ald. 1796. |
|