in zijne geboortestad, totdat hij wegens de voorschriften op den 70-jarigen leeftijd moest aftreden, 30 Mei 1877; hij overl. 25 Oct. 1880.
Behalve zijne rechtsgel. opstellen, gaf hij een groot aantal meest beknopte art. in bladen en tijdschr.: necrologieën van stadgenooten, opwekkingen en onderrichtingen in belang van stad en land, orde en goede zeden, niet het minst voor de volksklasse; het is noodig hierover zijn levensbericht te raadplegen, door zijn vriend Mr. J. Dirks gesteld, die daarin ook den arbeid van dezen verdienstelijken man op het gebied der penningkunde schetst.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1882.)