Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Pieter Adriaansz. Verwer]Verwer (Pieter Adriaansz.), blijkens een feestgedicht, de zoon van den voorg., geb. 11 Sept. 1696, diaken bij de Doopsgezinde gem. te Amst. van 1734-'40, wijdde zich aan de beoefening der fraaie letteren. Het is eenigszins moeilijk om hem te onderscheiden van den volgenden naamgenoot, die van hem verschilde in kerkgeloof en sterfjaar, daar hij lang na den dood van dezen schrijver werkzaam was. Hij vertaalde zoo godgeleerde als romantische werken, als: Leven van Juffr. Henriette Stuart; De Verligte Bramin, en dgl., welke onder den invloed der Eng. Essayisten veel gelezen en herdrukt werden. Hij schr. een oorspr. roman in den smaak van Tom Jones: Hist. van het verlatene en ongelukkige weeskind Ch. Timmers, Amst. 1751. Door zijne bijdr. in De Holl. Spectator, onder psd. Mennophilus kwam hij in betrekking tot Justus van Effen, zie blz. 228, werd diens medewerker en levensbeschrijver bij de tweede door hem bezorgde uitg. van De Spectator-Ook wordt hij genoemd als schrijver in De Philanthrope of Menschenvriend, die van 1756-'62 verscheen. |
|