Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 807]
| |
[Hendrik de Veer]Veer (Hendrik de), geb. 23 November 1829 te Sommelsdijk; zijn vader was daar griffier en overl. in 1831, zoodat hij naar Amst. gebracht werd en zijne opleiding aan de kostschool te Hasselt ontving; was daarna een der leerlingen van Petrus Epkema, zie blz. 237, legde het staatsexamen af, en werd, Sept. 1848 te Utr. student, 5 Aug. 1853 proponent. In 1854 werd hij pred. te Meerkerk, in 1857 te Wormerveer en in 1859 te Delft, waar hij in 1864 van betrekking verwisselde en directeur werd der hb.school. In 1871 legde hij ook dit ambt neder om als hoofdred. van Het Nieuws van den Dag op te treden, vestigde zich te Amst., woonde later te Haarlem, en overl. aan De Grebbe, 10 Dec. 1890. Hij schreef: Van gelijke bewegingen als gij, een roman, 2 dln., Zwolle 1859, psd. Vesalius Mobachus; Agatha Welhoek. De kerk, de staat en het hart, Delft 1860; 1813-1863. Een lied, Delft 1863; Trou-ringh voor 't jonge Holland, Leiden 1868, 2e dr. 1869; Idem. Nieuwe bundel, Leid. 1872; Frans Holster. Roman, 3 dln., Rotterd. 1871. Als mede-red. van Los en Vast en van Eigen Haard, als hoofdred. van het Nieuws en zijn Zondagsblad, gaf hij daarin bijdragen en hoofdartikelen, en opst. in De Gids, 1859 en Chr. Volks-alm. 1860-'65. (Prof. Ten Brink, Ned. Lett., XIX eeuw.) |
|