[Winand Carel Hugo Staring]
Staring (Winand Carel Hugo), zoon van den voorg., werd op den Wildenborch geb. 5 October 1808, stud. en prom. te Leiden, was van 1834-'45 administrateur van een landgoed in het Zutfensche, griffier bij het vredegerecht te Vorden, toen van het kantongerecht te Lochem, oprichter en secr. van de Geld. Mij. van landbouw tot 1852. Van 1852-'63 woonde hij te Haarlem tot vervaardiging der Geologische Kaart, tegelijk legde hij op het Paviljoen het Museum voor geologie aan, dat nu te Leiden is. Bij de invoering van het Middelb. Ond., 1863, werd hij inspecteur, doch was meest daarin werkzaam voor het onderwijs in den landbouw, en zulks tot 1873. Hij overleed op De Boekhorst nabij Klein Dochteren, 4 Juni 1877.
Zijne geschr., die tot de kennis onzer taal en gesch. bijgedragen hebben - onverminderd de waarde der overige werken en periodieken - zijn voornamelijk: Handboek voor verdrinkenden, de Berkelnooden, Dev. 1842; Proef eener Nederlandsche kunstspraak (terminologie) voor de aardkunde of geologie, Dev. 1844; De aardkunde en landbouw van Nederland, Zwolle 1846; De aardkunde van Salland en het land van Vollenhoven, Zwolle 1846; De aardkunde van Twenthe, Zwolle 1846; Over de oprigting eener Nederl. hoogeschool van den landbouw, Arnh. 1847; De bodem van Nederland. De zamenstelling en het ontstaan der gronden in Ned. ten behoeve van het algemeen beschreven, Haarlem, 2 dln., 1855-'60; Voormaals en en thans. Opstellen over Neêrlands grondgesteldheid, Haarl. 1858.