[Mr. Alexander François Sifflé]
Sifflé (Mr. Alexander François), geb. te Middelburg 11 Mei 1801, werd 23 Jan. 1824 te Leiden jur. & litt. stud., prom. in de rechten en vestigde zich in 1825 als advocaat in zijne geboortestad, waar hij drie jaren daarna notaris werd. In 1848 hielp hij de uiterst vrijzinnige Vlissingsche Courant oprichten, waarvan hij later hoofdredacteur werd. Hij overleed in zijn geboortestad 7 Oct. 1872.
Hij schreef voor het tooneel: Albrecht Beyling, 1831; Filips van Egmont of het verijdeld verraad, 1832; Godefried en Gisla, 1833; Antigone 1836, 2e druk, Amst. 1861; verder gaf hij: Gedichten, 1825; Over de taalstelsels van Siegenbeek en Bilderdijk, Brugge 1827; Over den oorsprong en de wetten van het rijm, Haarl. 1828 (beide bekroond bij het Brugsche en Teylers genootschap); Aan Z.K.H. Prins Henrik bij Hoogstdeszelfs vertrek naar de Middellandsche zee, 1839; Welkomstgroet aan Z.M. den koning Willem II, bij Hoogstdeszelfs aankomst te Middelburg in Aug. 1841, 1841; Nieuwe gedichten, 1844 2 dln.; J.J. Berdenis van Berlekom, in zijn denken en handelen geschetst als een voorbeeld voor ieder lid der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, 1844; Na de lezing van het ontwerp der nieuwe grondwet. Dichtstukje, 1848; Verhandel. over den oorsprong en de grenzen van het wettig gezag in den staat, 1852; Java's ramp. Dichtstuk, uitgegeven ten voordeele der noodlijdenden op Java, 1861; Herfst-bloemen, Nieuwste gedichten, 1861; meest alle deze werken werden te Midd. gedrukt. Voorts: beoordeelingen en bijdragen in: De vriend des Vaderlands, Vaderlandsche letteroefeningen, Themis, Weekblad voor het recht, De Dageraad, Taalkundig Magazijn, Muzenalmanak, enz.