Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 685]
| |
16 Oct. 1767 te Amsterdam uit eene handelsfamilie geb., bezocht de Lat. scholen te Amst. en Schiedam, werd stud. te Utrecht in 1785, vocht als kapitein der burgerwapening bij Jutfaas, ging in hetzelfde jaar 1787 naar Leiden, waar hij in '88 prom.; hij werd eerst adv. in zijne geboorteplaats, woonde daarna, van 1795, te Heerenveen, Utrecht, Amst., 's Gravenhage, Zutphen, Arnhem en bij Velp, sedert 1815 wegens zwakke gezondheid niet meer praktizeerende. Van 1832 tot 1845 was hij te Amst. rechter en raadsheer in 't Hof, en overl. 11 Juli 1852. Steeds vlijtig beoefenaar der historie en letteren, gaf hij verscheidene opstellen o.a. in Van Kampen's Magazijn, Mnemosyne, Konst- en Lbode, Letterk. Mag., Letterlievend Maandschrift, en Nieuwenhuis' Woordenboek; afzonderlijk eenige kleine geschr.: Vergelijking tusschen Ned. als gemeenebest in 1743 en als koningrijk in 1843, Amst. 1848; eene beschr. van Zutphen is niet verschenen, doch eenige Levensschetsen van eenige voorname mannen van Haarlem werden daar uitgegeven in 1844; politieke brochures, onder psd. Anon. Gelrus, enz. Zijn vriend Dr. J.T. Bergman, zie blz. 59, herdacht hem in Konst- en Lbode, het art. over hem in V.d. Aa's Biogr. Wdb. i.v. is zeer lezenswaardig, om hem in zijne veelzijdige letterk. werkzaamheid te leeren kennen. |
|