[Philips van Rooveen]
Rooveen (Philips van), te Deventer geb. en ald. 1 Jan. 1754 ged., doet zijne hoogere studiën te Leuven, wint daar het licentiaat in de godgeleerdheid en wordt omtrent 1599 tot priester gewijd. In Maart 1604 aanvaardt hij het dekenschap van Oldenzaal's kapittel, ontvangt in Oct. 1614 van den Paus het bestuur der Holl. Zending en wordt 8 Nov. 1620 tot aartsbisschop van Philippi gewijd. Den 11 Oct. 1651 overl. hij te Utrecht.
Behalve onderscheidene Lat. werken, heeft hij nagelaten: Het gulden Wierookvat, Antw. 1636, 2e dr., 1671.
J.H.H.