[Willem Franciscus Nicolaas Rootselaar]
Rootselaar (Willem Franciscus Nicolaas), geb. te Amersfoort 1834, stud. aan het bisschoppelijk sem. te Warmond, werd tot priester gewijd den 19 Sept. 1859; werd in 1875 kapelaan te Amersfoort. Sedert is hij aldaar gemeente-archivaris, en wijdt zijne zorgen aan de gesch. en hist. voorwerpen zijner woonplaats; van de laatste getuigen de herstellingen aan de belangrijk gebouwde Koppelpoort, van de eerste zijne studiën, zoo afzonderlijk als in tijdschriften uitgegeven, als volgt: Het Manna des Nieuwen Verbonds, Utrecht 1864; De Katholieke Nederl. historische Traditie, eene bijdrage tot de Heiligerlee-litteratuur, Haarlem 1868; Amersfoort 777-1530, Amersf. 1878. Voorts leverde hij bijdragen in De Godsdienstvriend, De Katholiek, het Archief v.d. Geschied. v. het Aartsb. Utrecht, Obreen's Archief v. Ned. Kunstgesch. enz. Van 1866 af had hij meerdere jaren lang de red. der Cath. Ned. Stemmen.
J.H.H.