[Max Rooses]
Rooses (Max), op 10 Febr. 1839 geb. te Antwerpen, waar hij tot 1858 studeerde. Vervolgens was hij twee jaren student in de wijsbegeerte en letteren te Luik, en was van 1860 tot 1864 studiemeester aan het Atheneum te Antwerpen, gedurende welken tijd (1863) hij te Luik in de letteren promoveerde. In 1864 werd hij professor in de Nederlandsche taal en letterkunde aan het Atheneum te Namen, in 1866 te Gent en op 8 Juli 1876 zag hij zich benoemd tot conservateur van het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen.
Hij schreef eenige Fransche werken en in onze taal: Een drietal verhandelingen over de geschiedenis der Letterkunde, Antw. 1865; Open brief over het IXe Nederlandsch letterkundig congres gestuurd aan den heer L.v.R., Gent 1868; brieven in Het Vaderland, dagblad van 's Hage 1869-'70, welke verzameld zijn onder den titel: Brieven uit Zuid-Nederland, Antw. 1871; Willem Ogier, Antwerpsch tooneeldichter der XVIIe eeuw, Utrecht 1872; Keus uit de werken van J.F. Willems, 2 deelen, en Brieven van J.F. Willems, Gent 1874; Levensschets van J.F. Willems, Gent 1874; Theodoor van Rijswijck, feestrede, uitgesproken in de plechtige letter- en toonkundige zitting te Antwerpen gehouden op 10 Mei 1874 ter herdenking van den 25en verjaardag zijns afsterven, Antw. 1874; Pater Poirters in zijn leven, zijne werken, zijne leer, zijn tijd en zijne orde, Gent 1874; Kunstreisje door het Noorden van Frankrijk, Gent 1875; Keus van Nederlandsche redevoeringen, ten gebruike der gestichten van middelbaar onderwijs, Gent 1876; Schetsenboek, Gent 1877; Plantijn en de Plantijnsche drukkerij, bekroond antwoord op de prijsvaag Stassart, Gent 1877; Boek gehouden door Jan Moretus II, als Deken der St. Lucasgilde (1616-1617). Antw. 1878; Geschiedenis der Antwerpsche Schilderschool door Max Rooses, met 10 etsen door J.B. Michiels en 40 houtsneden. Aan dit werk werd de eerste prijs toegekend in den wedstrijd door den Antwerpschen Gemeenteraad in 1876 uitgeschreven, Gent 1879; Over de Alpen, Amst. 1880; Plantijns koninklijke bijbel, geschiedenis van een boek in de XVIe eeuw, Antw. 1880; Kilianus' Latijnsche gedichten, Antw. 1880; Nieuw Schetsenboek, Gent 1882; Petrus Paulus Rubens en Balthasar Moretus, Gent 1884; Derde Schetsenboek, Gent 1885; Op Reis naar heinde en ver, Gent 1889. Verder leverde hij bijdragen in Noord en Zuid, De Toekomst, Het Nederduitsch Tijdschrift, het Jaarboek van het Willemsfonds, het Nederduitsch letterkundig jaarboekje, Het Nederlandsch Museum, De Nieuwe Rotterdamsche Courant, De Vlaamsche School, De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, Nederland, De Gids, Kunstkronijk, Het Volksbelang, De Kleine Gazet, De Koophandel, en in eenige Fransche en Duitsche tijdschriften.