[Gijsbert van Reyn]
Reyn (Gijsbert van), geb. te Rotterdam 12 Oct. 1793, was koopman in manufacturen, doch daar hij een geletterde opvoeding ontvangen had en vele talen, zoowel oude als nieuwe, verstond, werd hem in 1834 het onder-redacteurschap van de Rotterd. Courant aangeboden, onder de leiding van den eigenaar, Jan Arrenberg. Na diens dood werd hij bijgestaan door zijn zoon Cornelis Antonis. In 1842 werd de Nieuwe Rott. Ct. opgericht, zoodat de Oude aan eene vennootschap overging en onder zijn bestuur als directeur, en onder redactie van zijn zoon voortgezet werd. Hij overl. 7 April 1866. Zijn zoon overleed als administrateur van Het Vaderland, te 's-Grav. 28 Jan. 1887.
Schr.: Verlossingslied, Maart 1814; Ontboezeming bij de landing van Napoleon in 1815; Hulde aan de nagedachtenis van Ds. Scharp, Rott. 1828; Geschiedk. beschrijving der stad Rotterdam en beknopt overzigt van het Hoogheemraadschap van Schieland, 1e Deel, Rott. 1832; Levensberigt van K.J.R. van Harderwijk (Hand. Mij. Ned. Lett.), Leid. 1861; Historische herinneringen, naar aanleiding van het gedenkfeest van Nederlands bevrijding, Rott. 1863. Voorts was hij met J. van Harderwijk Rz. redacteur van de Vaderl. Letteroefeningen van 1837-'48 en met J.A. Bakker en dezen, van Euthymia. Ook gaf hij vele vertalingen uit het Fransch, Engelsch en Hoogduitsch en bijdragen in jaarboekjes, tijdschriften, couranten en in Sprenger van Eijk's Fakkel. Zijn hoofdwerk is de belangrijke, doch als uitgave onvoltooid geblevene, hist.-beschr. zijner geboortestad.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1866.)