[Jacobus Revius]
Revius (Jacobus) of Rèves (Jacques de), ook Reeffsen, in Nov. 1586 te Deventer geb., werd na den afval dezer stad naar Amst. gebracht, waar zijn vader en hij zich tijdelijk vestigden, terwijl zijne moeder bij hare Spaansch gezinde familie bleef; den 24 Juni 1604 werd hij te Leiden Phil. stud., volbracht zijne acad. loopbaan te Franeker en werd pred. te Zeddam, in hetzelfde jaar 1613 te Winterswijk, ging in 1614 naar Deventer en werd in 1641 regent van het Statencollege te Leiden; hij overleed 15 Nov. 1658.
Behalve zijne Latijnsche werken, en daaronder Daventria illustrata, schreef hij: Overijsselsche Sangen en Dichten, Dev. 1630, Amst. 1630; De 64 Psalmen Davids door P. Dathenum, in sin en rymen gebetert door J. Revium, Dev. 1660; Jac. Revius' leven en uitgelezen Zangen en Dichten; heruitgeg. en bespr. door J. v. Vloten, in het Klassiek Letterk. Pantheon, nr. 78, Schied. 1863.
(V. Vloten, vóór de uitgave van 1863.)