Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Mr. Caspar Jacob Christiaan Reuvens]Reuvens (Mr. Caspar Jacob Christiaan), geb. te 's-Grav. 22 Jan. 1793, stud. te Amst. en te Leiden in de klassieke letteren, de historie der oudheid en de rechten, prom. in de laatste faculteit en werd adv. in Den Haag. In Jan. 1816 werd hij hoogl. in de oude letteren te Harderwijk, drie jaar later in de archeologie te Leiden, als eerste titularis voor dit vak. In zekeren zin is hij de vader der studie onzer Nederl. oudheden, zooals de beoefening daarvan door de op hun' naam vermelde geleerden Jansen, Leemans en Pleyte voortgezet is. Hij overl. op een terugreis uit Engeland, te Rotterdam, 26 Juli 1835. In het Nederl. schr. hij: Over de Oudheden, door Lord Elgin medegebragt, in het onder zijne medewerking uitgegeven tijdschr. van Westendorp, z.a., getiteld Antiquiteiten; Rom. bouwvallen van Forum Hadriani, bij Voorburg, 's-Grav. en Amst. 1829; Over drie beelden, uit Java overgezonden, 1824, in de werken van het Kon. Inst. en verspreide opstellen. (Dr. C. Leemans, vóór den catalogus der bibl. van Eeuvens.) |
|